Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

Adolf Herckenrath: Gentsche kanteelen en relikwieën (1947), z.p.

Belfort

Klankenregen over pleinen,
als een zegen uitgestrooid;
klanken die vlug opfonteinen
naar den hemel, breed ontplooid!

Liederen als van zon doordropen,
die zacht trillen in de lucht,
of als dauw’ge droppels open-
sparklen in verkropte zacht!

Deunen die zich laten glijden,
als een spel van dolle pret,
of de wijding voorbereiden
tot een dank-gevuld gebed!

Zangen, als van fluister-lippen,
uit een liefdes-reeden mond,
en op lucht’ge voetjes trippen,
in een kristallijn verbond!

--------------------------------------------------------------------------------

© Familie Herckenrath, 2006

Interne links

[Auteurs] Herckenrath, Adolf