Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs
Lofzang van de mosterd
Tussen 1949 en 1960 schreef Willem Elsschot luchtige odes aan de Gentse mosterd voor de Snoecks almanak. Dit is de versie van 1959.
Het is vrij algemeen bekend
tot 1000 uren buiten Gent
dat allerlei grote en kleine heren
proberen mosterd te fabriceren.
Zij doen het met een ernstig gezicht
als deden zij zowaar hun plicht
door zaden te malen en te mengen
in de hoop van mosterd voort te brengen.
Maar tot hun allergrootst verdriet
gelijkt dat goedje op mosterd niet.
Het doet een mens niet niezen maar braken
er krelen van verwensing slaken.
So vrienden, neemt een kloek besluit,
smijt dat vergift het venster uit,
eet mosterd van TIERENTEYN FERDINAND,
veruit de bekwaamste fabrikant
van ons beminde Belgenland.
Let op het adres:
Ferdinand TIERENTEYN, p.v.b.a.
S p a r r e s t r a a t 49, GENT Tel. 26.32.62 (2 I.)
En goed weten: Niet vergeten!