11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

Lies Bate: Nestvallers (2008), p. 140

Schrijver Abraham Hans in het weeshuis

Het bezoek van schrijver Abraham Hans in het Gentse jongensweeshuis aan de Martelaarslaan midden de jaren 1930 wakkert bij enkele “kulders” de leeshonger aan.

Wanneer het me even lukte zat ik graag in de bibliotheek te lezen. Het was daar steeds rustig, want de bibliotheek was karig bevoorraad en we werden niet echt tot lezen gestimuleerd. Bovendien hadden we weinig vrije tijd. Ik was jaren geleden beginnen te lezen toen de schrijver Abraham Hans ons was komen voorlezen. Dat had voor mij het verschil gemaakt. De schrijver was een rijzige man, met glad naar achteren gestreken, grijzend haar, die ons met levendige ogen aankeek en met een rustige stem zijn verhaal deed. We zaten rond de voor die gelegenheid flink brandende kachel. De warme stem van de schrijver loodste ons zachtjes het verhaal binnen en bracht ons naar een andere wereld, weg van het kuldershuis. We hingen allemaal aan zijn lippen. Na afloop kregen we allemaal een boekje van de schrijver. De kleintjes waren door het dolle heen. Ze dromden tegen Hans aan in hun grijze kieltjes, met hun kortgeschoren hoofdjes. De schrijver had geglimlacht en hen peinzend aangekeken. Ik had de boeken één na één uitgelezen. Sindsdien was ik op mijn honger blijven zitten. Lezen was een moeilijke zaak in het kuldershuis.

Vind dit boek in de bibliotheek Gent

Interne links

[Auteurs] Bate, Lies