een plein in de stad waar de liefde je loutert, / een liefde die geen blad voor de mond neemt, / een mond die zich aanbiedt, een kus op de Kouter.

Lut de Block (2002)

Terug naar index

Cronacha de' singniori di Fiandria

(Brugge, 1452)

Deze kroniek is een Italiaanse vertaling/bewerking van een origineel Vlaamse kroniek, die verder onbekend is. De Middelnederlandse tekst waarop de bewerker zich baseerde, verhaalt de geschiedenis van Vlaanderen en van de heren van Vlaanderen, van de “forestiers” (winnaars van het Brugse toernooi van de Witte Beer) tot de Blijde Intrede van Filips de Goede in Brugge in 1440. Het handschrift (nr. 685) wordt in de Openbare Bibliotheek De Biekorf in Brugge bewaard.

De auteur was een Italiaanse inwoner van Brugge, zijn naam is niet bekend. Uit een cryptische verwijzing in het begin van de kroniek kon men afleiden dat hij die wellicht in gevangenschap geschreven heeft. Hij gaf zelf aan eerder ook al een vertaling te hebben gemaakt van het Brugse didactisch tractaat “Kaetspel ghemoraliseerd”.
De Italiaanse kroniek is geschreven in mercantesca, de letter die Italiaanse kooplieden, ambachtslui en kunstenaars sinds de 14de eeuw algemeen voor handschriften gebruikten. Tekstanalyse heeft uitgewezen dat hij afkomstig kan zijn uit de Toscaanse stad Lucca.
Het handschrift van de Cronacha de' singniori di Fiandra omvat 213 folia, een door de auteur zelf getekende kaart ter situering van de gebeurtenissen (die de oudste kaart van Vlaanderen is en waarop de havens van Brugge, Sluis en Gent duidelijk herkenbaar zijn), aangevuld met toelichtingen en jaartallen in de marge.
De vertaling lijkt grondig te verschillen van het origineel waar de “vreeslike woensdach” (1437, Brugse verraad tegen hertog Filips de Goede) ter sprake komt. De Italiaanse auteur vulde zijn “waarheidsgetrouwe weergave van zeer complexe politieke gebeurtenissen” hier aan met vele gruwelijke details, die de officiële Vlaamse geschiedschrijving begrijpelijkerwijze heeft doodgezwegen. Opdat zijn lezers hem niet zouden verdenken van vooroordelen jegens de Vlamingen, meldde hij verder dat “zijn” stad Brugge net als de hertog het slachtoffer was geworden van een groep machtswellustige moordenaars.

Gents chronogram

Op foliant 182verso van de kroniek komt een jaardicht over Gent voor. Het gedicht is niet meer dan een chronogram van twee versregels waarin een aantal letters als Romeinse cijfers gelezen moeten worden. De exacte tekst luidt (Italiaans en Middelnederlands):

In aghosto al di di santa Chiara
in Ghuanto si feciono crude chause

In augst up sinte Claren dach
in Ghend men vele ravven sach

Beide chronogrammen zijn in rode inkt geschreven en doorbreken de lopende tekst van het handschrift. Vermoedelijk heeft de scherpzinnige chroniqueur op 11 augustus (naamdag heilige Clara) in Gent meer gezien dan “vele raven”. Raven komen namelijk nooit in zwermen voor, maar zijn wel symbolische boodschappers. Gezien elders in de kroniek gewag gemaakt wordt van executies van verraders (in 1437-1438) zou het chronogram hiernaar kunnen verwijzen.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Cronacha de' singniori di Fiandria:

  • Sabrina Corbellini: De vreeslike woensdach (22 mei 1437), in: Vlaanderen ( 2003), nr. 294, p. 16