Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

Poëziekrant

(1976- )

Tijdschrift voor Nederlandstalige poëzie en poëzie in Nederlandse vertaling, in 1976 opgericht door Willy Tibergien. De Poëziekrant evolueerde van een bescheiden poëzie-infokrant op groot formaat tot een rijk geïllustreerd magazine over alle aspecten van poëzie.
Toen Remco Campert in 1974 het tijdschrift Gedicht oprichtte, nam Willy Tibergien de uitdaging van Gaston Durnez (in De Standaard) aan, om ook in Vlaanderen een poëzietijdschrift te beginnen. Op 27 april 1976 verscheen het nulnummer, dat voldoende weerklank vond om tot een tweemaandelijks periodiek op A3-formaat uit te groeien. Medewerkers van het eerste uur waren Willy Tibergien (hoofdredacteur), de dichters Daniël Billiet en Armand van Assche, de latere Humo-journalist Rudolf H. Vandendaele, de Nederlandse dichter Remco Ekkers en de polemisch-kritische Marc Reynebeau.

De Poëziekrant combineerde essayistiek en didactiek, overzicht en anekdotische “Poweetjes”, interviews en vertalingen. Op ideologisch en literair vlak werd gestreefd naar pluralisme in een nog sterk verzuild literair landschap. Opvallend veel aandacht ging naar debutanten, performers, beeldende kunst en poëzie, non-book-poëzie, poëzietheater (o.a. het Gentse Theater Poëzien) en jaarlijkse evenementen als Poetry International in Rotterdam en de Poëziezomer van Watou. Maar ook regionale poëzie-initiatieven werden gepromoot. Het letterenbeleid werd in die eerste jaren van de Poëziekrant polemisch op de korrel genomen.

Vanaf 1980 werd de Poëziekrant geassocieerd met het Poëziecentrum, hoewel het redactioneel en financieel een onafhankelijk tijdschrift bleef. Daniël Billiet verliet de redactie; Dirk de Geest en anderen traden aan. José de Poortere zou in zijn vaste poëziekroniek jarenlang honderden nieuwe dichtbundels de revue laten passeren. In tien jaar evolueerde het sepiakrantje van 4 pagina’s tot een fraai poëziemagazine van bijna 100 pagina’s en groeide een schare nieuwe medewerkers die het blad met essayistische bijdragen en vertalingen profiel gaven: o.a. Jan van Coillie, Marc de Smet, Roel Richelieu van Londersele, Jooris van Hulle, Carlos de Vriese, Anne Marie Musschoot, Jan H. Mysjkin, Stefan Hertmans, Hedwig Speliers, Erik Spinoy, Hans Vandevoorde, Marc Reugebrink, Yves ‘T Sjoen... Na de recente eeuwwisseling werd gekozen voor vlottere reportages en professionele fotoportretten (van o.a. Lieve Blanquaert). Vlaanderens tweede grootste literaire tijdschrift heeft ook een vaste pagina voor kinder- en jongerenpoëzie.

De Poëziekrant was een springplank voor debutanten (o.a. Tom Lanoye, Charles Ducal en de Gentse dichters Stefan Hertmans en Miriam Van hee) maar opende evenzeer een venster op de belangrijkste buitenlandse poëzie. Het blad stond ook aan de wieg van het Gentse Poëziecentrum.

[Jean Paul den Haerynck]

Over de Poëziekrant:

  • Pascal Cornet: Twintig jaar Poëziekrant, in: De Gentenaar (29 april 1995)
  • Documentatiemappen in het Poëziecentrum en de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent
  • www.poeziecentrum.be