Voor ons is elke stad, elk park, ja, elk punt ter wereld, een Gent. Voelen we ons misschien niet voortdurend belegerd? En is niet ieder van ons een stad, een kasteel, langs alle kanten belegerd?
Erwin Mortier: Uit één vinger valt men niet: gedichten bij foto's van Lieve Blancquaert (2005), p. 95-96
Babel Lascaux of de Heilige Hieronymus in zijn studio
Stadsgedicht van Erwin Mortier voor de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, te zien in een vormgeving van Gestalt op de binnenmuren van de themazaal van het bibliotheekgebouw aan het Zuid.
Men zegt het woord verraadt de wereld
maar zo heftig dorst alles naar tongval
keelklank glottisslag dat de aarde de mens
heeft gekneed tot een aap die zijn eerste
schreeuw voor immer uitstelt in het doolhof
van larynx en foneem. Men zegt het woord
was bij God in God was God maar het alfa-
bet was rillend vel het ontklede dier en de
gespannen stilstand draf van herten
bizons in voren van onmacht getekende
toverij. Woord beteken mij boei mij. Woord
schrijf vlam lees woord revelatie opstand
revolutie. Woord keten gebergte leg ijskap
op kristal. Laat mijn aardkorst rijzen woord
bewasem mijn spiegels. Hef stenen tafels
stel de wet laat mij dichter woord gestadig
het wormgat knagen. Keer woord door
mijn gangen weer. Tien vingers tellen wij
sinds mensenheugenis niet meer
dan tien maar ik tel en ik tel en ik tel.