Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

Adolf Herckenrath: Gentsche kanteelen en relikwieën (1947), z.p.

Begijnhoven

Gekapte huisjes, wit geschilderd.
verscholen achter muur, waar glad-
geschoren gras, door zon gemilderd,
de rust vergroot van donzig pad!

Geboende vloeren, zand-beperefd,
waarover zacht ’t begijntje scheert,
’t gelaat gesloten voor de wereld,
met oogen in haar-zelf-gekeerd!

Papieren bloemen, die verkleuren,
in vaas ootmoedig soamgereid,
met vingeren gedrenkt van geuren,
van ingetogen innigheid!

Gebed en zang en orgelspelen,
gelouterd binnen kamerwand,
waar kleurgebroken stralen, streelen
den fijn gespeldewerkten kant!

--------------------------------------------------------------------------------

Begijnhoven

Witte wegen, roode tinnen,
gevels achter muur geschoend;
rust die ’t al vervult daarbinnen,
waar ’t begijntje rondom waart!

Steegjes, waar een geur blijft zweven
van doorwaasde zaligheid,
boven ’t troostvol stille leven
dat zich ruischloos openreit.

--------------------------------------------------------------------------------

© Familie Herckenrath, 2006

Interne links

[Auteurs] Herckenrath, Adolf