Voor ons is elke stad, elk park, ja, elk punt ter wereld, een Gent. Voelen we ons misschien niet voortdurend belegerd? En is niet ieder van ons een stad, een kasteel, langs alle kanten belegerd?

Nikos Kachtitsis (1953)

Terug naar index

Erwin Mortier: Stadsgedichten 2005-2006 (2007), z.p.

Politique des poètes

Stadsdichter Erwin Mortier schonk dit tweeledig gedicht aan de actie 0110, die via concerten en podia op 1 oktober 2007 in Antwerpen, Brussel, Charleroi en Gent een breedschalig pleidooi hielden voor verdraagzaamheid en tegen zinloos geweld.

1.

Sta in alle tekens op de punt van de tong
in een mond zonder zang.

Omspan met slijtbaar vlees ondenkbare holten
tot gapen.

Toon vormen van genade: Laat steenslag van dorst
naar luchtlaag vergaan.

Betreur het, dat adem geen jaarringen kent.

Verzamel spraakgebrek. Beween daar doden
en daders karig mee.

Kef, scheld als het viswijf, stink uit je bek.
Jank als het moet.

Stamel geduldig vervallen syllaben – maar stamel
niet al te vaardig.

Wankel nooit lenig.
Laat niets in het woord aan het woord.

Het woord is aan ons niet.

2.

Doop in stuitligging geboren monsters
met namen van vlinders of meisjes.

Beadem elleboog aan schouder
vervlochten zonen.

Vind nergens wiegen geschikt
om een dwarse slaap te dragen.

Kom tepels tekort voor moeilijk
op te sporen monden.

Hak nimmer knopen of wervels door.
Altijd slaat ergens een hart te veel,

een lijf te weinig plooit zich rond
armzalig merg.

(Een neusgat sluit zich om een oog.
Een navel kraait van pret.

Tenen krullen nergens
waar het hoort.)

Betast de zachtste schedels
waar bloed in een gat klopt.

Luister. Luister.
Ken geen remedie.

Vind dit boek in de bibliotheek Gent

Interne links

[Auteurs] Mortier, Erwin