Ik heb ook Gent gezien, dat van zichzelf hovaardig beweert dat het door Julius is gesticht. (…) Binnen de stadsmuren bevinden zich zesentwintig bewoonde eilandjes.

Lodovico Guicciardini (1612)

GENTSE TAAL VAN WALTER DE BUCK ONSTERFELIJK

Nieuws

In 1970, in café Trefpunt (Bij Sint-Jacobs), herdacht zanger en beeldhouwer Walter De Buck zijn 19de-eeuwse voorbeeld Karel Waeri (1842-1898), volkszanger en -dichter. Dat gebeurde wellicht op aangeven van die andere Vlaamse bard, Antwerpenaar Wannes van de Velde (die later dan weer over Gent zong!). Het betekende in elk geval de hergeboorte van de Gentse Feesten – toen nog uitsluitend op het Sint-Jacobspleintje -, die ondertussen uitgegroeid zijn in de hele stad tot sfeervolle zomerfeesten voor jong en oud. De Buck getuigde over die ontwikkeling in 1991 in Knack: Over bokkesprongen, Hoe het allemaal begon.

De Buck – bekend door eigen populaire nummers als ‘t Vliegerke, Ik zou zo gère wille leven, In mijn straatje zijn ’t allemaal komeren … - zong en bewerkte ook de humoristische en politiek geëngageerde volksliederen van Waeri. Op die manier heeft De Buck het Gentse dialect verlevendigd met Waeriliederen zoals De pompiers van Ledeberg en Koevoet is beter dan boelie (= bouillie of soepvlees; een bewerking van een Gents stakerslied van wevers uit 1860).

Bovendien werd in 1989 Den Gentschen Béranger (Béranger was een populaire Parijse chansonnier-schrijver net na de Franse Revolutie), een prachtig beeldhouwwerk van Walter De Buck voor Karel Waeri, ingehuldigd naast de Sint-Jacobskerk. De Buck zelf licht dit kunstwerk toe in een publicatie Bij St.-Jacobs [“een beeldverhaal van De Buck, Walter”]. Hij publiceerde ook zijn verzameling liederen in 1986 onder de titel Karel Waeri, den Gentse Beranger.
In 2001 maakte de Geschiedkundige Heruitgeverij de Verzameling der volledige kluchtige en politieke liederen van Karel Waeri : aanhangsel De vetjes opnieuw toegankelijk voor het publiek (eerste uitgave in 1899). Lees ook het lemma over Karel Waeri op deze website.

In de jaren 1990 realiseerde Freek Neirynck voor BRT-Oost-Vlaanderen samen met De Buck en Walter Ertvelt een radioprogramma in het Gents dialect “In de sijssepanne”. Enkele liedjes van De Buck werden als typering van het Gents dialect ook opgenomen in Johan Taeldemans Oost-Vlaams (2005). Walter De Buck is prominent opgenomen in twee overzichtsartikelen op deze website, zie De Gêntsche toale: overzicht Gentse dialectschrijvers en De Gêntsche toale: dialect als schrijf- en literatuurprobleem.

Ook anonieme dans- en feestliedjes zoals Gêntsche potpourri bracht De Buck weer tot leven.Hij ondersteunde als zanger en beeldend kunstenaar - Staatsprijs voor Beeldhouwkunst in 1958! – ook allerlei sociale initiatieven, o.a. van Trefpunt en De Vieze Gasten. En leverde illustraties voor boekpublicaties (van o.a. Marcel van Maele) of zong liedjes in, zoals voor Stefan van Laeres Wrakhout (1995), het levensverhaal van het ‘Moederke’, de bezielster van het Hulphuizeke in de Gentse wijk Muide. Ook de Nederlandse beatdichter Simon Vinkenoog haalde in zijn Kersvers archief, (19.07.2004) terloops herinneringen op aan zijn passage bij Walter de Buck Op Sint-Jacobs.
Over zijn beeldend werk gaat Walter de Buck in beeld van Hilde Pauwels (2009), zijn liedjesrepertoire werd verzameld in Walter de Buck, partituur van een Gentsch rebel (2004).

Meer over Walter de Buck en het ontstaan van de Gentse Feesten bij Ronny de Schepper .
Info over zijn overlijden, het laatste interview en de Open brief aan Walter in Het Laatste Nieuws.
Lees hier info over het rouwregister in Gent en de uitvaart in De Bijloke.

Ten slotte leveren de zoektermen Walter De Buck, Karel Waeri en Gentse Feesten via snelzoeken op deze website nog heel wat relevante resultaten op.