24 Juli [1916]. Voor een journalist wil dus naar Gent gaan zeggen, iets als oorlogscorrespondent worden, met al de gevaren, maar ook al het heroïsche, dat daar aan verbonden is.

Karel van de Woestijne (1916)

Terug naar index

BOONE, FELIX

(Gent, 08.03.1821 - Gent, 31.12.1870)

Gents liberaal journalist en auteur van gedichten, liederen en luimig proza. Hij werd eerst letterzetter-drukker, nadien journalist en hoofdredacteur van de krant De broedermin (later De Stad Gent). Hij was lid van diverse letterkundige verenigingen (Vlaamsch Gezelschap, Willemsfonds), voorzitter van De Fonteine, ondervoorzitter van de maatschappij Willem Tell. In de prille Vlaamse Beweging was hij zeer actief en sinds 1848 ook een bekend redenaar, die volksontvoogding, vrijheid en Verlichting hoog in het vaandel voerde.
Hij publiceerde novellen als De schoone op het veldbal en Bergencruisen in de Reis- en huisbibliotheek en een humoristisch getinte sociale roman Mijn eerste blik in de wereld (ed. 1847), waarvoor hij al op zestienjarige leeftijd door het Vlaams Gezelschap bekroond werd. Ook het historische drama Zannequin (1848) werd bekroond, de Schrikkelijke strafpleging van Mast en Danneels (1869) werd erg populair. Een samenvatting van zijn sociale strijd is te lezen in De tooverdrank (1870).

Felix Boone en Gent

Felix Boone werd geboren in de Elisabethgracht, maar al vanaf zijn eerste levensjaar verhuisden zijn ouders om de haverklap. In zijn jeugd woonde hij in de (Sint-Pieters-Nieuwstraat, de Cathelijnestraat (nu Sint-Kathelijnestraat), de Roskamstraat, de Krommenessche, de Watergraafstraat en Ramen. Later verhuisde hij naar de Stoppelstraat, in 1855 naar de Twaalfkamerenstraat, vier jaar later naar de Lange Meire en vanaf 1861 was hij in de Korte Dagsteeg gevestigd.
Nadat hij in 1848 in Brussel voor het eerst de rechten van de Vlaamse werkman met succes in het Nederlands verdedigde, werd hij ook in het Gentse Casino als sociaal redenaar gevraagd. Als lid van de Melomanen ijverde hij voor het omwerken van vulgaire Gentse straatliedjes tot romances, koorzangen en stichtelijke liederen, met zin voor overdreven pathetiek. Vanaf ca. 1850 genoot hij in Gent als dichter een zekere faam. Deze “homme de lettres” werd op 2de nieuwjaarsdag 1871 begraven op Campo Santo, waar zijn lijkrede werd uitgesproken door zijn innigste vriend Napoleon Destanberg, die in 1874 zijn Verspreide werken liet drukken.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Felix Boone:

  • Felix-Alfons-Marie Boone, in: De eendragt, jrg. 25 (1870-1871), p. 57-58
  • Willem Rogghé: Gedenkbladen (1898), p. 61 en 260-262