Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

KERSTEN, MIEL

(Gent, 03.11.1897 - Gent, 09.03.1981)

Pseudoniem van Emiel (Miel) van Looken. Dichter, prozaïst, toneelauteur en literair criticus.
Gedurende meer dan dertig jaar was hij bankbediende. Daarnaast bleef hij ruim een kwarteeuw voorzitter van de Vereniging van Katholieke Oost-Vlaamse Schrijvers (VKOS), door wie hij herhaaldelijk gehuldigd werd. Daarbij maakte hij geregeld deel uit van jury’s voor literaire wedstrijden, o.m. deze voor de Literatuurprijs van de Stad Gent.
Door zelfstudie kon hij zich in verschillende Europese talen uitdrukken en schreef hij talloze bijdragen van religieuze, algemeen-culturele, literaire, historische en wijsgerige aard in kranten en tijdschriften. Zo leverde hij van 1945 tot 1975 literaire bijdragen voor De Gentenaar.

Bekend is zijn religieus engagement, dat vooreerst al blijkt uit het pseudoniem waaronder hij schreef: “Kersten”, maar evenzeer uit de bijnaam die hem werd gegeven: “de Godszanger”. Niet minder blijkt dat engagement uit zijn talrijke, diep religieus doorvoelde publicaties, vooral dichtbundels. Hij had een sterke voorkeur voor het alexandrijn en zijn passie voor klassieke muziek zette hem ertoe aan, zijn verzen zo muzikaal mogelijk te laten klinken. Vormelijk leunde hij aan bij de klassieken. Zijn diepe godsdienstige overtuiging belette hem niet, een “broederlijke” vriendschap te onderhouden met de vrijzinnige Johan Daisne en de socialist Achilles Mussche.

De bekendste werken uit zijn omvangrijk oeuvre zijn de dichtbundels Onze weg (1928), Uw adem in de wind (1953) en Licht en genade (1957), en de romans Leiepsalmen en Langs liefdewegen (1929).

M. Kersten en Gent

Hij woonde zijn hele leven in de Rooigemwijk, meer bepaald in de Rooigemlaan (nr. 357, later op nr. 437). In zijn volksroman Langs liefdewegen sprak hij “van het goede Rooigem”. Het dagelijkse leven in de wijk vormde de achtergrond voor de ontluikende romance tussen Leentje, dochter van de streng katholieke Mietje, en René, die in de ban raakt van het opkomende socialisme.
Marcel Brauns typeerde Kersten ook als de “psalmist der Leie”. Op 19 februari 1978 ontving hij ter gelegenheid van vijftig jaar schrijverschap een erkentelijkheidsplaquette van de Stad Gent.

[Els van Overstraeten]

Over M. Kersten:

  • Hans Melen: Miel Kersten, in: Kunstenaars van heden (1961), p. 47-66
  • Hans Melen: Miel Kersten: essayist en dichter (1981)
  • Marcel Brauns: In memoriam Miel Kersten (1981, VKOS-brochure 46)