Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

Klaver(en)drie

(1937 - 1948)

Tweemaandelijks poëzietijdschrift dat verscheen van september 1937 tot en met januari 1948. Het werd opgericht door Johan Daisne, Marcel Coole en Luc van Brabant. Vooral de laatste jaargangen bevatte het ook enkele prozateksten en literair-kritische bijdragen. Een eigenlijk “programma” was er niet, tenzij de leuze dat het tijdschrift “poëzie uit en voor het leven” zou brengen. De stichters wilden er – als jonge, aankomende schrijvers nog – voornamelijk publicatiemogelijkheden voor zichzelf mee creëren. Volgens het oorspronkelijk opzet zou elke aflevering inderdaad enkel gedichten van de drie stichters bevatten. Vanaf de derde jaargang werden echter telkens ook twee (en later meer) “gastschrijvers” opgenomen.
De titel, Klaverendrie, werd gekozen na een bezoek van de drie vrienden aan de Brusselse kermis waar zij in een schiettent de speelkaart klaverendrie als doelwit hadden. Na het afhaken van Marcel Coole als mederedacteur werd voor een “andere” titel gekozen (Klaverdrie, vanaf de aflevering van maart 1943), voor meer “gastschrijvers” en voor enige vormelijke en inhoudelijke aanpassingen. Pierre H. Dubois trad toe tot de redactie, wat het aantrekken van Nederlandse auteurs vergemakkelijkte.
Klaver(en)drie was geen echt Gents tijdschrift in de enge betekenis van het woord (het werd ten andere uitgegeven te Brugge). Het publiceerde echter werk van tal van Gentse auteurs: vooral Johan Daisne als bezieler van het tijdschrift maar ook o.m. Paul Berkenman, Daan Boens, Adolf Herckenrath, Rik Lanckrock, Jean Ray, Paul de Rijck, Paul Rogghé, Jan Schepens, Prosper de Smet en anderen. Naast de reeds genoemden kwamen talrijke belangrijke eigentijdse, Noord- en Zuid-Nederlandse auteurs erin aan het woord, o.m. Bertus Aafjes, J.C. Bloem, Ina Boudier-Bakker, Pieter-Geert Buckinx, Bert Decorte, André Demedts, Firmin van Hecke, Reimond Herreman, Ed. Hoornik, Karel Jonckheere, Hubert Lampo, Erik van Ruysbeek, Julia Tulkens, René Verbeeck, Simon Vestdijk, Paul de Vree, Albert Westerlinck en anderen.
Het tijdschrift fungeerde ook als uitgeverij. In 1938 werd Gojim van Johan Daisne gepubliceerd, in 1940 Zeven ellen liefde van Luc van Brabant en Loutering van Marcel Coole.

[Frans Heymans]

Over Klaver(en)drie:

  • Johan Daisne: Klaverdrie, in: Klaverdrie, 10 (1947-1948), p. 840-854; ook in: Jaarboek van het Studiecentrum Johan Daisne, 4 (1998), p. 37-51
  • Rob Roemans en Hilda van Assche: Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften. Reeks I: Vlaamse literaire tijdschriften van 1930 tot en met 1958, afl. 5: De tijdschriften opgericht voor 1940 (1962), p. 245-304. Volledige index op Klaver(en)drie
  • Marcel Coole, P.H. Dubois en Eugène van Itterbeek: Klaverendrie, een terugblik (1985)
  • Johan Vanhecke: Van drie kermisgangers en een theeblaadje, in: Jaarboek van het Studiecentrum Johan Daisne, 4 (1998), p. 37-51