Uw Kapitool, helaas! eene onvoltooide kroon, / Uw Belfroot, met den draak der kruisvaart overkronkeld, / En Bavo’s tempel, als zijn kunstjuweelen schoon.

Prudens van Duyse (1859)

Terug naar index

KOUBAA, BART

(Eeklo, 28.02.1968 - )

Pseudoniem van Bart van den Bossche. Dit pseudoniem is samengesteld uit zijn eigen voornaam en de achternaam van zijn half-Tunesische vrouw, Laila Koubaa.

Nadat hij lager en secundair onderwijs volgde in Eeklo, studeerde hij een jaar filosofie aan de Gentse universiteit en vervolgens 4 jaar film en fotografie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK), eveneens in Gent. Hij werkte een jaar als designer en begon dan te reizen. Tijdens een verblijf in Zuid-Spanje raakte hij gefascineerd door de Arabische cultuur, wat leidde tot twee jaar studies Arabisch aan de Gentse universiteit.

Professioneel zorgde hij aanvankelijk voor naschoolse opvang in een Gentse stedelijke school. Nadien was hij portier en administratieve kracht van een centrum voor volwassenenonderwijs in Gent. Samen met zijn vrouw is hij actief in de interculturele buurtwerking. Zo trachten zij verschillende bevolkingsgroepen samen te leren leven en samen cultuur te leren genieten.

Vanaf 1995 woonde hij in de Holstraat, vanaf 2000 in de Bouwmeesterstraat en vanaf 2003 in de Ooilamstraat.

Aanvankelijk was hij, onder zijn eigen naam, in Vlaanderen bekend als zanger en tekstschrijver van rockgroep Ze Noiz. In 2001 debuteerde hij als auteur, met zijn roman Vuur. Dit boek leverde hem meteen de prijs voor het beste literaire debuut op en bovendien schonk de Vlaamse minister van Cultuur er tijdens de Literaire Lente van 2002, 20.000 exemplaren van aan Vlaamse treinreizigers.
In opdracht van het Gentse theater Arca schreef Koubaa in 2003, samen met Peter Terrin en Christoph Vekeman, Als tegen een berg: drie theatermonologen gebaseerd op de sysifusmythe.
In 2005 volgde dan de roman Lucht.

In Koubaa’s romans vloeien kleine en grote geschiedenissen moeiteloos in mekaar en worden poëtische, filosofische en wetenschappelijke overwegingen aan elkaar gekoppend, dit alles zonder dat het verhaal en de humor uit het oog worden verloren.

Bart Koubaa en Gent

Vuur is het verhaal van een oude zigeuner en zijn kleinzoon. Melancholische zigeunerliederen cirkelen als een rode draad doorheen het boek. Alhoewel het verhaal de trek van de zigeuners volgt van India naar Hongarije, Roemenië, Duitsland, Frankrijk en Zuid-Spanje (waar het eindigt), bevat het ook verwijzingen naar de heimat van de schrijver. De meest opvallende daarvan is de verwijzing naar het restaurant Hogar Espanol in de Gentse Hoogstraat, in de buurt van de Holstraat waar de auteur een kamer in een herenhuis bewoonde. Hij bezocht het restaurant geregeld en genoot er van de typische sfeer, opgeroepen door de vurige Spaanse flamencodans die in dit boek gekoppeld is aan het zigeunervuur.

Lucht is deels de voortzetting van Vuur. Zo verwijst de titel andermaal naar één van de vier elementen.
Deze roman situeert zich in het Japan van tussen het bombarderen van Nagasaki (1945) en het organiseren van de Olympische Spelen in Tokio (1964). Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Japan en de Verenigde Staten. Toch verwijzen enkele autobiografische elementen naar Gent, o.m. naar een huis met een schuifdeur en een tuin met een vijvertje... die zich daadwerklijk bevinden in Koubaa’s woonst in de Gentse Ooilamstraat.

[Paul Buyck]

Over Bart Koubaa:

  • Bart Vervaeck: Evenwichtsoefeningen rond het vuur, in: Tijd cultuur, 6 december 2000
  • Gerti Wouters: Zwierende rokken rond het kampvuur, in: Ons erfdeel (2001), jrg. 44, nr. 3, p. 437-438
  • Jeroen de Preter: De schrijver als revolverheld, in: De Morgen, 13 december 2000
  • Frank Hellemans: We moeten terug naar het verband, in: Knack, 1 juni 2005
  • Rob Schouten: Vlaamse roman treft Japanse toon, in: Trouw, 13 augustus 2005