Zoo stoot het Steen der Graven langs de Lieve, / symbool van leed en nooit verstorven klacht, / vooraan op ’t plein (...) / Een huizenrei van donkre weelde en pracht.

Adolf Herckenrath (1947)

Terug naar index

MOORS, ELS

(Poperinge, 16.07.1976 - )

Vlaamse dichteres, prozaschrijfster en vertaler. Ze bracht haar jeugd door op het West-Vlaamse platteland, studeerde Germaanse filologie aan de UGent en vervolgens Tekst en Beeld aan de Rietveld Academie in Amsterdam, waar ze zes jaar bleef wonen (2002-2008).
Ze was gastschrijfster in Dubrovnik, schrijfdocente in Arnhem en verbleef geregeld in Berlijn. Uiteindelijk vestigde ze zich in Brussel, waar ze een schrijfatelier oprichtte.

Moors publiceerde eerst in het Nederlandse tijdschrift Krakatau en trad op in VPRO-programma’s als Nachtpodium en De Avonden. Ze brak door met het lange gedicht ‘De witte fuckende konijnen’ in Yang, (2004/4). Met haar erg positief onthaald officieel poëziedebuut Er hangt een hoge lucht boven ons (2006) won ze de Herman de Coninckprijs 2007. In 2013 verscheen haar tweede bundel Liederen van een kapseizend paard, onderscheiden met de tweejaarlijkse Nederlandse J.C. Bloem-poëzieprijs 2015 en de Prijs Letterkunde voor Poëzie van de Provincie West-Vlaanderen.

Moors combineert alledaagse taal met een bevreemdende metaforiek. Daardoor bleef haar doortocht op talloze poëziefestivals niet onopgemerkt; ze nam o.a. deel aan Dicht aan het IJ (2005), de Perdu-Poëziemarathon en het Internationaal Literatuurfestival van Amsterdam Wereldboekenstad (beide 2008) en Poetry International Festival in Rotterdam (2016). Ze trad ook aan in De Nachten (de Singel, Antwerpen) en op De Langste Dag in Amsterdam, een hommagefestival voor het tienjarig bestaan van de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (2010). In 2009 had ze ook al meegewerkt aan het poëzieproject Boest in Antwerpen.
In 2012 vertegenwoordigde Moors ons land mee op het Londense poëziefestival Poetry Parnassus, dat in het kielzog van de Olympische zomerspelen werd georganiseerd.

Moors publiceerde ook proza: de onconventionele reisroman Het verlangen naar een eiland (2008), over de hunkering van de jonge en wat contactgestoorde Alice, en het lichtvoetiger, maar even absurde Vliegtijd, drie verhalen en een brief (2010). In 2016 verscheen de grootstedelijke roman Taxi in het maaiveld. Ze recenseerde ook literatuur voor o.a. Armada en Deus ex machina.
Op 25 januari 2018 neemt Moors de functie Dichter des Vaderlands (2018-2019) over van de Waalse Laurence Vielle. Sinds 21 maart 2017 ging ze samen met Vielle op zoek naar “het poëtische midden van België”.

Els Moors en Gent

Op haar elfde verhuisde Moors van West-Vlaanderen naar Gent. Ze was er na haar studententijd actief als freelance journaliste en bekend als ‘nachtburgemeesteres’ in het jongerencafé Video op de Oude Beestenmarkt.
Uit die tijd dateren ook maandelijkse columns over het nachtleven in Gent. Ze is redacteur van het literaire periodiek nY (het voormalige Gentse tijdschrift Yang), waarin ze ook essays en vertalingen publiceerde. Moors is ook te horen op het door het Poëziecentrum geïnitieerde poëzieplatform Paukeslag.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Els Moors: