Terug van Gent, dood moe, schor en op. (...) Ik ben al die dagen in een roes geweest (...) Kennismakingen en ovaties zonder eind van 's morgens tot 's nachts laat.

Multatuli (1867)

Terug naar index

Podium

(1943-1944)

Tijdschrift, gesticht door (de van 1943 tot 1944 ondergedoken) Frank Meyland (ps. van Hubert Ascoop), Gerard van Elden (ps. van Leo Aerts) en Luc Danhieux (ps. van Luc van Geertsom). Van november 1943 tot maart 1944 verschenen er 9 afleveringen van.

Het tijdschrift was eigenlijk ontstaan als een reactie op de negatieve kritiek die een bloemlezing Heksenketel (1942, samengesteld door Oscar Giraldo) had gekregen. De stichters van Podium wilden bewijzen dat de jongeren wél waardevol werk schreven. Zij kondigden hun tijdschrift aan als tweemaandelijkse bloemlezing uit het werk van jongeren (dit was de aanvankelijke ondertitel), zodat het zonder goedkeuring van de bezetter kon verschijnen. In een korte programmaverklaring lichtte Van Elden de bedoeling ervan toe, nl. aantonen “dat (de dichters uit) de jongere generatie uit nog iets anders bestaat dan uit swing-, zazou- en decadentierijmelaars”. Het tijdschrift stond ook open voor andere genres dan poëzie, bv. voor toneelwerk en kritische bijdragen. Vanaf de tweede jaargang werd de ondertitel letterkundig tijdschrift der jongste generatie en bleef het verschijnen zonder toelating van de bezetter.

Podium bevatte werk van o.m. de stichtende redactieleden maar ook van o.m. Adriaan Magerman en van latere staatsprijswinnaars als Bert Decorte, Hubert Lampo, Piet van Aken en Hubert van Herreweghen.

Merk op: dit tijdschrift is niet te verwarren met het eveneens literaire tijdschrift Podium dat van 1944 tot 1969 in Amsterdam zou verschijnen.

[Frans Heymans]

Over Podium:

  • Rudolf van de Perre: Frank Meyland, in: Oostvlaamse literaire monografieën, dl. 7 (1985), p. 129-160; p. 147-149 over Podium