kleine, niet te bedaren bruid met onder / je bed nog al je minnaars van vroeger / morsig feestvarken (...) / geschept uit de placenta van Leie en Schelde

Roel Richelieu van Londersele (2003)

Terug naar index

BOELENS, MARIE-JEANNE

(Gent, 13.04.1900 - Gent, 23.02.1978, geboren Marie van Waesberghe)

Franstalig dichteres, tekenlerares in het privé-onderwijs. Ze werd geboren in de Burgstraat te Gent. In april 1933 huwde zij leraar en kunstschilder Gaston Boelens. In maart 1974 verhuisde zij naar de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg. Op 1 maart 1978 werd zij begraven op het Campo Santo te Sint-Amandsberg .

Zij schreef ongecompliceerde, intimistische verzen vol melancholie die door hun muzikaliteit steeds een zeker charme hebben. Haar grote liefde voor Gent komt in verschillende van haar dichtbundels tot uiting: Gand, cité de mes rêves (1956), Gand, ma ville (1963, ingeleid door Alice Sauton) en Gand m’a dit (1970). Gebouwen, monumenten, oude hoekjes en straatjes zijn voor het dichter-ik aanleiding tot stille weemoedige mijmeringen. De lezer wordt meegevoerd langs de Schelde, over de vele – inmiddels verdwenen – bruggen, door smalle steegjes, langs wegkwijnende huizen. Hij ziet de seizoenen wisselen over de oude stad.

Marie-Jeanne Boelens schreef eveneens bijdragen voor La Flandre libérale. Samen met o.a. Alice Sauton, Estelle de Poortere en André Rodenbach was zij lid van de Association Art, Sciences et Lettres de Paris. De Gentse afdeling van deze Association wijdde in april 1962 een literaire avond aan haar werk.

[Tine Demoor]

Over Marie-Jeanne Boelens:

  • Estelle de Poortere: Trois poètes belges : André Rodenbach, Marie-Jeanne Boelens, Robert Hannay (1964)
  • Marie-Jeanne Boelens, in: Epîtres, nr. 32 (1955)

Interne links

[Fragmenten] Château hanté
[Fragmenten] Rêverie au bord de l’Escaut