Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

BOGAERD, ALFRED

(Wondelgem, 29.10.1870 - Laken, 12.09.1939)

Auteur van toneelwerk en proza.
Hij was de jongste zoon van Karel (die eveneens in dit Lexicon is opgenomen), bracht zijn jeugd door in Eeklo en verhuisde dan definitief naar het Brusselse. Beroepshalve werkte hij 48 jaar bij het Bestuur van de Regie van Telegrafie en Telefonie waar hij het uiteindelijk bracht tot directeur.

Als auteur werkte hij mee aan de tijdschriften Nederlandsche dicht- en kunsthalle, Het Laatste Nieuws, De Vlaamsche Gazet, het weekblad De Zweep en Het morgenrood.
Op literair gebied zocht hij vooral inspiratie bij het leven van de hogere burgerij (notarissen, nijveraars en politici) dat hij met gematigd realisme en zin voor humor schetste. Zijn proza is minder overtuigend dan zijn toneelstukken. In deze laatste streefde hij blijkbaar meer psychologische diepgang na maar toch overweegt daarin de uiterlijke actie; ze worden bovendien gekenmerkt door opvallend vlotte dialogen. Zijn tijdgenoten beschouwden hem als een der meest begaafde toneelschrijvers van zijn generatie. Bij het publiek was hij duidelijk populair: sommige van zijn stukken werden honderden malen opgevoerd.

Tot zijn werken behoren o.m. de comedie Tante Bette (1906), blijspelen als Maximus Veltman (waarmee hij in 1910 de prijs van de stad Antwerpen kreeg) en De minnebode (1914, in verzen) en drama’s als De keeten der misdaad (1912) en Boschmeezeken (1919). Onder het pseudoniem Ch. Fred. Orchard schreef hij het niet-gedateerde politiedrama Het raadsel van Clarence-Road (wellicht 1928). Honoré gaat bakken, en andere verhalen* [1928?] bevat een 9-tal korte prozateksten.

Zijn werken situeren zich vooral in Brussel en in het Meetjesland. Hij bleef zich echter ook verbonden voelen met Gent. Zo citeert Wilfried Steeghers uit een brief van hem dd. 26 april 1926: “... hoewel ik nu 46 jaar te Brussel woon is mijn hart in Vlaanderen gebleven, en niets van wat te Gent en in ’t Meetjesland geschiedt, laat me onverschillig!”

[Frans Heymans]

Over Alfred Bogaerd:

  • Valery d’Hondt: Alfred Bogaerd, zoon van Karel : letterkundige studie (1910)
  • Maurits Sabbe, Lode Monteyne en Hendrik Coopman: Het Vlaamsch tooneel, inzonderheid in de XIXe eeuw (1927), p. 343
  • Wilfried Steeghers: Alfred Bogaerd, in: Ons Meetjesland, jrg. 4 (1971), nr. 1, zie ook op internet: http://freepages.genealogy.rootsweb.ancestry.com