Mardi 13 octobre 1914. (…) tous les Gantois sont convaincus que cette occupation de leur ville par la soldatesque teutonne est une chose purement passagère…

Marc Baertsoen (1929)

Terug naar index

COMPÈRE, GASTON

(Conjoux/Ciney, 27.11.1924 – Ukkel, 14.07.2008)

Franstalig Belgisch filoloog en auteur van poëzie, romans, toneelstukken, novellen en essays, tevens componist. Compère doctoreerde Romaanse Filologie aan de Universiteit van Luik, met een proefschrift over Maurice Maeterlinck.
Tot aan zijn pensioen was Gaston Compère leraar Frans aan het Koninklijk Atheneum van Elsene.
In 1976 leverde zijn roman La femme du Putiphar hem de Prix Jean Ray (voor fantastische literatuur) op, in 1978 kreeg hij de prestigieuze Belgische Prix Victor Rossel (1978) voor zijn roman Portrait d’un roi dépossédé en in 1988 werd hij voor zijn gehele oeuvre onderscheiden met de Grand prix international d’expression française van de Fédération internationale des écrivains de langue française.

Gaston Compère en Gent

In zijn roman Je soussigné, Charles le Téméraire, duc de Bourgogne (1985, vertaald in het Nederlands als Ondergetekende, Karel de Stoute, hertog van Bourgondië,1987), overloopt de historische figuur Karel de Stoute zijn leven, vanuit zijn graf. Enkele malen komt ook Gent aan bod. Zo vertelt hij dat de Gentenaren -– volgens de Bourgondische hertog Filips de Goede – gek, gevaarlijk en koppig waren (p. 51). Ook de smadelijke nederlaag van de Gentse stedelijke militie bij de confrontatie met het Bourgondische leger, tijdens de slag van Gavere in 1453, komt ter sprake (p. 66 e.v.). En voorts is er het verhaal van de plechtigheden naar aanleiding van zijn blijde intocht te Gent in 1467, het oproer na de bedevaart naar Sint-Lievens-Houtem en het vernietigen van een tolhuisje door beschonken terugkerende Gentse bedevaarders, evenals de hevige rellen op de Vrijdagmarkt.

[Peter Maes]

Over Gaston Compère: