En is het niet aan het oude ras van trotse burgers, aan de verbeten, bijna religieuze arbeidslust (...), dat de stad die morele, intellectuele en fysieke kracht dankt.
DE BEATIS, ANTONIO
(Melfi, Italië (?), laat 15de eeuw - Italië, na 1521)
Latinist en kanunnik van kardinaal Luigi di Aragone. Hij schreef een gedetailleerd verslag van een reis naar Gent en de Lage Landen in 1517.
Antonio de Beatis vergezelde de Italiaanse kardinaal Luigi di Aragone (1474-1519) in 1517-1518 op diens tocht door Italië, Oostenrijk, Duitsland, de Lage Landen en Frankrijk. Zijn reisverslag is gebaseerd op de dagelijkse, gedetailleerde notities die hij tijdens de excursie maakte in het gezelschap van de rijke kardinaal, die graag op reis ging en door zijn rang alles kon bezoeken (kunst, relieken,..) wat voor de gewone sterveling achter slot en grendel zat. Hoewel de geestelijke al zijn observaties van die internationale tour bundelde, geraakte het werk in de vergetelheid.
Sinds de herontdekking van het relaas in 1893 in Napels werd de tekst door historici vertaald in het Duits (door Ludwig von Pastor), in het Frans (door Madeleine Havard de la Montagne) en in het Engels (door John Rigby Hale). Enkele misvattingen (hetzij door tolken voor de Beatis, hetzij bij het dagelijks opschrijfwerk of door de opeenvolgende vertalingen) werden hierbij evenwel niet uit de tekst gehaald. Een correcte interpretatie vergde immers ook detailkennis van alles wat de Beatis bezocht had.
De Beatis was in Gent op 1 augustus 1517. Hij beklom het belfort, bezocht het Lam Gods (niet eens 100 jaar oud) en zag de leeuwen bij het Hof Ten Walle (Prinsenhof), waarbij hij aantekende: “De kardinaal en alle anderen uit ons gezelschap schatten dat Firenze geen leeuwen van deze grootte heeft.”
Zijn algemene indruk over Gent luidde: “De stad is niet bebouwd over zijn volledige uitgestrektheid, de huizen en huizengroepen zijn gescheiden door meersen en vele tuinen. De stad is erg sterk en oninneembaar want, als ze het willen, kunnen de Gentenaren het land laten overstromen en sompig maken een mijl in het rond.”
Interessant is ook dat De Beatis uitweidde over alles wat hij gezien had in het tiental dagen dat hij in de Lage Landen verbleef: zijn indrukken van het platteland en de steden, feesten en dagelijks leven, vlas en linnen, de kledij, de kerken, spijs en drank, en gebruiken allerhande. En natuurlijk ook van de vrouwen, die hij opmerkelijke eigenschappen toedichtte: “Vele vrouwen verzorgen de altaren en bewaken de relieken. Ik keur deze praktijk geenszins goed, maar zij wordt verklaard door de grote vroomheid van het vrouwelijk geslacht en het grote vertrouwen dat men in elkaar stelt.”
In het algemeen typeerde hij de hele bevolking als “goed en aangenaam, en vooral van een dergelijke eerlijkheid dat als men al het goud ter wereld in hun huis zou laten, men er zeker van kan zijn dat niemand eraan zou denken eraan te komen.”
Internationaal wordt De Beatis vooral gewaardeerd omwille van zijn beschrijvingen van het bezoek van zijn meester aan Leonardo da Vinci te Amboise, aan Karel V in Middelburg (vóór deze afreisde naar Spanje) en aan de beschrijving van het schilderij “De Tuin der Lusten” van Jhieronimus Bosch te Brussel.
[Herbert De Vleeschouwer]
Over Antonio de Beatis
- Ludwig von Pastor: Die Reise des Kardinals Luigi d'Aragona durch Deutschland, die Niederlande, Frankreich und Oberitalien: 1517-1518 (1905). De uitgave bevat ook de zestiendeëeuwse Napolitaanse tekst. Exemplaar in de Gentse universiteitsbibliotheek (BIB.V.001718/4)
- Madeleine Havard de la Montagne: Voyage du cardinal d'Aragon en Allemagne, Hollande, Belgique, France et Italie: 1517-1518 (1913)
- J[ohn Rigby] Hale: The Travel Journal of Antonio de Beatis through Germany, Switzerland, the Low Countries, France and Italy, 1517-8, Hakluyt Society, Second Series (1979)
- Herbert de Vleeschouwer: Gent en de lage landen in 1517: reisverslag van kanunnik Antonio de Beatis, in: Ghendtsche Tydinghen (2019), p. 371-385