Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

DE GRIECK, JOAN

(Brussel, 01.12.1628 - Brussel (?), 22.10.1699)

Boekverkoper en auteur van o.m. de moraliserende toneelwerkjes De droeve ende blijde wereldt (1671) en Den wijzen geck (1672). Ook andere titels worden hem toegeschreven, o.m. De heerelycke ende vrolyke daeden van Keyser Carel den V (1675) evenals De ghedempte hoog-moedt, Den dolenden mensch ofte Des wereldts pelgrim en De klucht van meester Coenraedt Bier-borst. De drie laatstvermelde titels zijn met andere werken gebundeld in Het Brussels klucht-toneel (1700). Albertine van Loven wees er echter op dat er argumenten zijn om aan te nemen dat verscheidene van de werken die traditioneel aan Joan worden toegewezen, in feite van zijn nauwelijks gekende broers Claudius of Judocus zouden kunnen zijn.

De heerelycke... is een bonte mengeling van korte verhaaltjes, anekdoten, snedige spreuken en legenden, alle toegewezen aan de in Gent geboren keizer Karel en zijn ontmoetingen met boeren, hovelingen, edellieden en geleerden. Van de keizer wordt daarin het beeld opgehangen van een schalkse guitigaard maar ook van een nobele christelijke monarch, een “fenix aller helden” die zich moeiteloos aan elk milieu wist aan te passen.
De bundel kende menige heruitgave, o.m. in 1878 in een hertaling door Jan Frans Willems en Ferdinand Augustijn Snellaert. Afzonderlijke verhalen uit deze verzameling (bv. Keizer Karel en Kwaebette of De schoenlappers of de gecroonde laers, om maar die te noemen) gingen en gaan tot op onze dagen een eigen leven leiden in romans, toneelstukken, jeugdverhalen, opera’s enz. Harlinda Lox wees erop dat veel van deze legenden ook in andere culturen voorkomen, met andere helden in de hoofdrol: Frederik II de Grote van Duitsland, Jozef II van Oostenrijk enz.

[Frans Heymans]

Over J. de Grieck:

  • Drie Brusselsche kluchten uit de XVIIe, uitgegeven door Paul de Keyser (1925). Integraal ook op het internet, zie: http://www.dbnl.org , p. 134 e.v.
  • A. van Hoven: Joan de Grieck : onderzoek naar het vaderschap van zijn werken, in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1928), p. 538 e.v.
  • Theo de Ronde: Het toneelleven in Vlaanderen door de eeuwen heen (1930), p. 123-124
  • J[ohannes] G. Frederiks en F. J[osef] van den Branden: Jan de Grieck, in: Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1892), p. 296-297. Ook op het internet, zie: http://www.dbnl.org
  • Frans Heymans: Keizer Karel in de literatuur, in: Keizer tussen stropdragers, o.l.v. Johan de Cavele (1990), p. 196-206
  • Harlinda Lox: Van stropdragers en de pot van Olen: verhalen over keizer Karel (1999), p. 11-13