Terug van Gent, dood moe, schor en op. (...) Ik ben al die dagen in een roes geweest (...) Kennismakingen en ovaties zonder eind van 's morgens tot 's nachts laat.

Multatuli (1867)

Terug naar index

DE MOERLOOSE, ISABELLA

(Gent?, 1661? - na 1712?)

Isabella de Moerloose, mogelijks een pseudoniem, is de 17de eeuwse schrijfster van een Vrede tractaet gegeven van den hemel door vrouwen zaet, waarin ze onder meer haar jeugd in Gent belicht.

Over De Moerloose weten we niet veel meer dan wat het Vrede tractaet prijsgeeft.
Ze werd met de helm geboren (ze was ‘wonderlijk’) en genoot een goede opvoeding, getuige brieven in het Frans aan haar moeder. Ze trad op jonge leeftijd in het klooster, huwde later met de dominee Laurentius Hoogentoorn (ca. 1639-1692) te Heinkenszand, Nederland, maar werd door een geestelijke ook beticht van bezetenheid door de duivel.

Als weduwe woonde Isabella enige tijd in het Nederlandse Goes en kwam later in de gemeenschap van de Waalse predikant Jean de Labadie (1610-1674) terecht. Door de sterke kritiek op haar vrijzinnige ideeën, werd ze uiteindelijk opgesloten in het Amsterdamse spinhuis [ook in het Gentse Rasphuis was er een ‘spinafdeling’ voor vrouwen, nvdr] en nog later zelfs in het dolhuis. Na haar ontslag daar in 1712, op vijftigjarige leeftijd, vindt men geen gegevens meer over Isabella de Moerloose.

Het Vrede tractaet gegeven van den hemel door vrouwen zaet is een zeldzaam openhartig egodocument over (volks)geloof, opvoeding en seks in de zeventiende eeuw, dat in eenvoudige spreektaal het leven van Isabella de Moerloose beschrijft. Drie onderwerpen krijgen in dit autobiografisch verhaal van 669 pagina’s veel aandacht: haar jeugd in Gent, haar huwelijk in Zeeland en haar worsteling met verschillende geloofsrichtingen uit die tijd.
Het is zo’n uitzonderlijk geschrift voor die tijd dat de drukker zelfs zijn naam niet durfde vermelden; later werd hij geïdentificeerd als Laurens Gunther uit Amsterdam. Van het originele Vrede tractaet bestaan mogelijks maar twee exemplaren meer, in de universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Utrecht. Maar er zijn verschillende goede besprekingen over haar werk (vermeld in de bibliografie).

Isabella de Moerloose en Gent

In haar Tractaet vertelt ze over haar jeugd in Gent. De overdadige liefde van haar moeder "bragt te wege dat ick soo teer wiert, dat ick naderhant niet een styf woort of styf aensien kon verdraegen of ick wiert doot kranck." Dat versterkte haar afwijkend gedrag, zodat ze als "wonderlijck" meisje dan maar op jonge leeftijd intrad in het klooster.
Toen ze later een lerares hielp en die bekritiseerde om haar gestrengheid in het slaan van kinderen, kreeg ze problemen met een pater die haar gedrag duidde als afkomstig van een boze geest en zelfs als teken van bezetenheid. Hij stelde voor haar in een donkere kamer op te sluiten en te bezweren: "soo doense dat om hem (de boze geest) te doen klappen en als hij dat niet doen wilt, soo slaet men hen met roeden om hem te dwingen en men geeft se niet te eeten als ondertussen wat”; een duiveluitdrijving dus.

Isabella’s opvoeding in Gent is doordrongen van het toenmalige volksgeloof. Ze vertelt bijvoorbeeld hoe zij in haar kinderjaren om op tijd thuis te komen werd bang gemaakt met allerlei fabeltjes over geesten en duivels. Reeds jong meende zij "dat de natuur een groot boek genoeg is, om in te lezen, en d’ervarendheid grote leermeester genoeg, om kennisse door te krijgen."
Toen ze door haar eigenzinnige ideeën meer problemen met het Geestelijk Gerechtshof dreigde te krijgen, ging ze weg uit Vlaanderen. Later heeft ze de geestelijkheid nog verteld, "dat Abram, Isaac en Jacob een verbont met den duvel hebben gemaeckt." Toen de vergadering, in rep en roer gebracht, haar vroeg hoe zij daartoe kwam, antwoordde Isabella: "het is tegen 't gebruyck dat een koninck of souvereyn sig verbint aen zijn lyfeygene slaef." Daarom meende ze, dat niet God maar de duivel hier aan het werk was geweest.

Het Vrede tractaet verhaalt verder over haar huwelijksleven, haar mening waarom men kinderen beter niet slaat, over vele intieme details als het gebruik van koosnaampjes in het publiek, over menstruatie, bevredigende seks, afgeweerde pogingen tot fellatio, overspel en ‘voor het zingen de kerk uit’. Isabella begreep niet waarom haar echtgenoot dat laatste steevast deed; mogelijks probeerde de dominee de (beperkte) erfenis van de kinderen uit zijn eerste huwelijk te beschermen.
Volgens Isabella moest er zowel mannen- als vrouwenzaad worden ‘geschoten’ opdat er zeker een kind zou zijn, wat overeenkomt met de academische theorie van Galenus (eerder dan die van Aristoteles).

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Isabella de Moerloose:

  • Herman Roodenburg: De autobiografie van Isabella de Moerloose. Sex, opvoeding en volksgeloof in de zeventiende eeuw, in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, jrg. 9 (1983), p. 311-342
  • Els Stronks: Een omvangrijk en openhartig egodocument: Isabella de Moerloose, in: M[aria] A[driana] Schenkeveld-van der Dussen e.a. (ed.): Met en zonder lauwerkrans: schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (Amsterdam University Press, 1997), p. 436-440
  • Herman Roodenburg: Isabella de Moerloose (1660 of 1661 - na 1712): al te eigenzinnige ideeën over God en de wereld, in: A[nna] de Haas en P. Altena (red.): Achter slot en grendel: schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen: Walburg Pers/Stichting Jacob Campo Weyerman, 2002), p. 53-58
  • J. Kremer: De hematogene voortplantingsleer van Aristoteles, in: Nederlands tijdschrift voor geneeskunde (23.12.2003), zie op https://www.ntvg.nl/artikelen/de-hematogene-voortplantingsleer-van-aristoteles
  • Anna de Haas: Moerloose, Isabella de (1660/1661-na 1712), in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (Huygens Instituut, 13.01.2014): http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Moerloose
  • Jan van den Berghe: Vergeten vrouwen, een tegendraadse kroniek van België (Pelckmans, 2016)