… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

DE VREE, FREDDY

(Antwerpen, 03.10.1939 - Antwerpen, 03.07.2004)

Veelzijdig Vlaams dichter, prozaïst, essayist en kunstcriticus die studeerde aan de Normaalschool in Lier. Beroepshalve was hij 30 jaar lang cultureel producer bij BRT Radio 3 (nu Klara).
Hij was een fervent verdediger van de avantgardekunst en -literatuur, o.a. van de Cobragroep (= kunststroming, genoemd naar Copenhagen, Brussel en Amsterdam) en van de concrete muziek (= elektronisch bewerkte alledaagse geluiden).
De Vree was redacteur van de tijdschriften Nul en De tafelronde. Tevens werkte hij mee aan Podium, Gard sivik, Kunst & Cultuur en het Nieuw Wereldtijdschrift (NWT).

In het Nederlands debuteerde hij met het toneelstuk De vergeten vingers (1960); in het Frans met maniëristische (vervormdende) poëzie in Mots pour Karin (1963) en met het essay Blues pour Boris Vian (1965). Vanaf 1969 publiceerde hij onder de pseudoniemen Marie-Claire de Jonghe en Jan Vlaming. Vanaf 1972 schreef hij onder eigen naam.
In de jaren 1970-1980 werd hij bekend met essays (Rita Renoir, enz.,1973) en met zijn schelmse sleutelroman over Zaïre (De erfgenamen van de dood). Zijn taalgerichte poëzie bevatte veel culturele referenties. Als vertaler bezorgde hij gerenommeerd werk van Stefan Themerson en Georges Bataille. Hij schreef ook hoorspelen en organiseerde tentoonstellingen.
Voor Een sneeuwvlok in hel (1972) werd hij bekroond met de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen; Steden en sentimenten leverde hem in 1977 de Arkprijs van het vrije Woord op.

F. de Vree, H. Claus en Gent

Verder publiceerde hij studies over zijn oom-dichter Paul de Vree en over zijn vrienden Hugo Claus (o.a. in Het teken van de ram en Het spiegelpaleis) en Willem Frederik Hermans. In 1967 trad hij op als acteur in Claus’ schandaalverwekkende toneelstuk Masscheroen. In 1985 schreef hij met Claus onder het collectieve pseudoniem Conny Couperus (zie aldaar) de persiflerende misdaadroman Sneeuwwitje en de leeuwerik van Vlaanderen evenals het verhaal Pallieterke en de S.S.
Hoofdstuk 5 van Sneeuwwitje... speelt deels in Gent. Het bevat o.m. verwijzingen naar de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en de “Glazen straat”, de Gentse prostitutiebuurt aan het Zuid. Een paar keer duikt ook de Gentse baliepleiter John Bultinck in het boek op.

Bij Ziggurat, de uitgeverij die hij met Hugo Claus en Marie-Claire Nuyens oprichtte, verschenen de bibliofiele dichtbundel Fiesta (1981) en een voor de BRT geschreven culturele reisgids Mexico vandaag : land van posada (1982). Mexico bezocht hij samen met Claus.
De Vree recenseerde ook kunst en literatuur voor het Gentse dagblad Vooruit. Zijn werk is recent weer opgemerkt door de Gentse schrijver Christophe Vekeman.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over F. de Vree:

  • Anoniem: Freddy de Vree Arkprijs, in: De Nieuwe Gazet, 14.05.1977
  • Patrick Auwelaert: Freddy de Vree (1939-2004) : een onderkoeld sentimentalist, in: Kunsttijdschrift Vlaanderen, jrg. 53 (2004), nr. 302 (september), p. 251-252
  • Dirk Leyman : Schrijver Freddy de Vree, “antiquaire du surréalisme”, tentoongesteld in Antwerpen, in: De papieren man, op internet (22.11.2007) zie : http://papierenman.blogspot.com/2007/11/schrijver-freddy-de-vree-antiquaire-du.html
  • Christophe Vekeman: Leven is werk : essays, reportages en interviews (2009), p. 171-176

Interne links

[Auteurs] Couperus, Conny