Voor ons is elke stad, elk park, ja, elk punt ter wereld, een Gent. Voelen we ons misschien niet voortdurend belegerd? En is niet ieder van ons een stad, een kasteel, langs alle kanten belegerd?

Nikos Kachtitsis (1953)

Terug naar index

DIETRICH, PETER

(Gent, 24.11.1922 - Gent, 24.07.1991)

Pseudoniem van de dichter Roger Windels. Hij werd in 1946 door de Krijgsraad veroordeeld voor anti-Belgische acties tijdens Wereldoorlog II. Zijn enige dichtbundel was Mood Indigo (1959).

Peter Dietrichs volledige, burgerlijke naam was Roger Gustaaf Lodewijk Windels.
Hij debuteerde in het tijdschrift De tafelronde, maar er is weinig op zijn poëzie gereageerd. Hij is vertegenwoordigd in enkele bloemlezingen: in Van 20 dichters (1959), samengesteld door Jozef L. De Belder, Adriaan Magerman en Jo Verbrugghen, en in Facetten der Nederlandse poëzie: van Herwig Hensen tot Cees Nooteboom (1960), samengesteld door Pierre H. Dubois, Karel Jonckheere en Laurens van der Waals.
Zijn eerste verzen imiteren Karel van de Woestijne en de vroege Paul van Ostaijen, later vallende rake beelden en taalvondsten op en de soms uitdagende beknoptheid. Geert Buelens vatte Dietrichs evolutie goed samen: van “ouderwetse belijdenislyriek met een (...) eigentijds jasje” tot uitgesproken “cultuurpessimisme en meta-modernisme.”

Peter Dietrich was ook actief als vertaler, o.m. van Charles Teller (Vietnam 17de breedtegraad: roman, 1966) en tekenaar, als Roger Windels, in Boulevard.

Peter Dietrich en Gent

Hij woonde in de Gentse deelgemeente Ledeberg, omstreeks 1946 in de Maria Hendrikastraat in Sint-Amandsberg, in 1956 op de Ham 65 en nog later in de Werkstraat 31 in Gent.

Dietrich was redactielid van het literair-artistiek tijdschrift Het Antenneke, [zie aldaar] waarin ook zijn gedichten werden opgenomen. Zijn enige bekende dichtbundel is Mood indigo (naar een jazznummer van Duke Ellington), gedichten uit 1948-1958, verschenen in de reeks De Bladen van de Poëzie, in 1959, met een voorwoord van Richard Foncke.

In het geïllustreerde kleinood Een jubileumboekje: Colibrant 1950-1975, samengesteld door bovengenoemde De Belder, ter gelegenheid van 25 jaar uitgeverij Colibrant in Deurle (nabij Gent) en gedrukt bij Erasmus in Ledeberg, werd zijn gedicht “Winterochtend” opgenomen.

Roger Windels toonde zich tijdens de Tweede Wereldoorlog van een heel andere kant. Dat weten we uit het Belgisch Staatsblad van 18 september 1946, p. XXIII, waar onder artikel N34938 een vonnis verscheen. Kort samengevat komt het hierop neer:
Op 19 mei 1945 werd Roger Windels door de Krijgsraad in Gent bij verstek ter dood veroordeeld, voor verzetsdaden tegen België, uitgevoerd tussen mei 1940 – hij was toen nog student – en voorjaar 1945, in Gent, Duitsland, Rusland en Afrika. Hij maakte deel uit van de paramilitaire organisatie DZ/MB (Dietse Militie/Zwarte Brigade, verbonden met het Vlaams-nationalistische V.N.V.) en nam als lid van de Waffen-SS (militie van de Duitse nazipartij NSDAP) de wapens op. Van rechtswege verviel vanaf 30 maart 1946 zijn Belgische nationaliteit en werden hem ook alle burgerrechten ontnomen.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Peter Dietrich:

  • [Vonnis N34938] verschenen in het Belgisch Staatsblad (18.09.1946), p. XXIII
  • [Anoniem]: Windels, Roger, in: Lectuur-repertorium, 1970, vol. 3, p. 2199
  • Illustratie (pentekening) door Windels, Roger, in: Boulevard: driemaandelijks kreatief, kritisch en polemisch tijdschrift (opgericht 1970), zie jrg. 2 (1973), nr. 3 (april), tussen p. 34 en 35
  • Biobibliografische notitie “Dietrich, Peter” in: Een jubileumboekje: Colibrant 1950-1975 (1975)
    Geert Buelens over Peter Dietrich, in: Van Ostaijen tot heden: zijn invloed op de Vlaamse poëzie (2001), p. 729 & verwijzing p. 687