Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

DRS. P

(Thun, Zwitserland, 24.08.1919 - Amsterdam, 13.06.2015)

Zwitsers-Nederlandse dichter, schrijver van liederteksten, essayist, zanger, componist.en performer.
Drs. P is het bekendste pseudoniem van Heinz Herman Polzner maar hij gebruikt er nog een aantal andere, o.m. Geo Staad. Hij wordt beschouwd als nestor van het Nederlandse “light verse” of “plezierdicht” zoals hij het zelf liever noemt.
De rode draad door zijn veelzijdig werk is een goed en geestig taalgebruik. Ook in Vlaanderen geniet hij ruime bekendheid.
Hij studeerde aan de Economische Hogeschool van Rotterdam, was redacteur bij Winkler Prins en copywrighter voor relamebureaus. Vanaf 1962 legde hij zich meer toe op het schrijven, op de muziek en op het acteren. Vanaf 1971 wijdde hij zich ook aan cabaret.
Van zijn vele literaire publicaties citeren we de verzamelbundels Weelde en feestgedruis : de beste gedichten van Drs. P (1986), Heen en weer : honderd liedteksten (1986) en Toenemend feestgedruis (2004, poëzie). Als beschouwend proza bracht hij bv. Versvormen : leesbaar handboek (2000).
In 2000 kreeg hij in Nederland de prestigieuze vijfjaarlijkse Hendrik Tollens-prijs, ter bekroning van het hoogstaande oeuvre van een vooraanstaande auteur.

Drs. P en Gent

De band van Drs. P met Gent werd een eerste keer zichtbaar in 1973 door zijn medewerking, als auteur en regisseur, aan het nostalgische cabaretprogramma Sursum Corda van het toenmalige Gentse toneelgezelschap Arca.
In de dichtbundel Nieuwe Vergezichten (1989) komt zijn “siamees sonnet” (een van de vele versvormen van het plezierdicht) voor met als titel Nederlandstalig België. Daarin drukt hij speels zijn verwantschap uit met Gent en de relatie die hij ziet tussen deze stad en Vlaanderen. Maar er is meer: in een “binnensonnet” (twee middelste strofen) maakt hij een vergelijking tussen de Gentenaar onder keizer Karel en de Gentenaar van vandaag met zijn Gentse Feesten.
In een “buitensonnet” (twee korte strofen voor en twee na het binnensonnet) schrijft hij over Vlaanderen. In feite leest men daarmee dus drie gedichten: één over Gent, één over Vlaanderen en één over de samenhang tussen beide.
Zijn keuze voor Gent was niet toevallig: wellicht werd hij geïnspireerd door de Gentse Feesten die hij meemaakte toen hij er in het begin van de jaren ’80 optrad.
In De Gentse feesten : biografie van een 150-jarig monument (1993) zijn nog drie teksten van de auteur opgenomen: Een trouwe bezoeker (proza, p. 164) en de gedichten J’adore les Fêtes de Gand (p. p. 165, in het Nederlands, doorspekt met Frans) en Het keizerlijke Rome had zijn spelen (p. 165, titel hier ontleend aan de eerste versregel, gedateerd 1989).

[Luc de Gruyter]

Over Drs. P: