De Tigris en de Euphrates vergaderen ineen, ghelijc te Ghend de Leye ende de Schelde

Joos van Ghistel (ca. 1485)

Terug naar index

GISEKIN, JO

(ps. van Leentje Vandemeulebroecke, Gent, 14.05.1942 - )

Leentje werd geboren als dochter van internist Maurice Vandemeulebroecke en kunstenaarsziel Paula Lateur. Zij bracht haar jeugd door in Machelen aan de Leie en was op kostschool in Eeklo. Vanaf 1960 studeerde ze journalistiek in Antwerpen en Frans aan de Sorbonne. Tot 1970 woonde en werkte ze in Brugge, na haar huwelijk met Ludo Simons in Antwerpen.
Ze voerde een uitvoerige correspondentie met haar grootvader Stijn Streuvels en publiceerde vertalingen van jeugdboeken. Ze debuteerde in Nieuwe stemmen en Dietsche warande en Belfort en publiceerde later ook in het Nieuw Vlaams tijdschrift, Yang en Ons erfdeel. In 1983 bracht de Oostakkerse bibliofiele uitgever De Prentenier haar gedichten Bruidssluier uit.

Haar bekendste publicaties zijn Ach, hoe sereen en listig de narcissen in april (1977), Als in een zwijgend laken (1984), Quatre-mains (1987) en de bloemlezing Kweeperen in cognac (1996). In al haar werk staat de mythische en concrete functie van de vrouw centraal. Haar poëzie werd tweemaal bekroond met de Poëzieprijs van de Provincie Antwerpen (1972 en 1985) en met de Gerard Michielsprijs (1992). Haar gedichten zijn getoonzet door Vic Nees, Wilfried Westerlinck, Ernest van der Eyken en het pianoduo Kolacny.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Jo Gisekin: