Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

GOBERT, AUGUSTE

(Cambrai, Frankrijk, 16.11.1813 - Brussel, 1891)

Eigenlijk Louis Auguste Édouard Gobert. Uit Cambrai afkomstige journalist en schrijver, werkte voor de Belgische Staatsspoorwegen. In zijn voor toeristen geschreven Guide du voyageur en Belgique sur le parcours du chemin de fer de l’Etat (1838) komen Gent en het toen nagelnieuwe Zuidstation uitgebreid in beeld.

Goberts vader, Auguste Louis Joseph Gobert (1787-1858), was leraar op het college te Cambrai en overleed in 1853. De familie Gobert had zich in 1842 echter al in Borgerhout gevestigd en verhuisde later naar Sint-Joost-ten-Node, nabij het Noordstation te Brussel, Rue du Marché 49. Auguste was in 1842 secretaris bij de ontvangstadministratie van de Belgische spoorwegen. Zijn zoon, Auguste Charles Gobert jr. (1842-1895), werd nog hetzelfde jaar geboren te Mechelen, ging als burgerlijk ingenieur aan de slag in Luik – het mekka van de metallurgie in die tijd –, werd ook uitvinder en zou later eveneens zijn sporen verdienen bij de spoorweg, als inspecteur-generaal.

Auguste Gobert sr. was goed geïnformeerd en publiceerde in 1838 zijn Belgique sur le parcours du chemin de fer de l’Etat. Net als in de twee jaar later verschenen beroemde Engelse gids van George Bradshaw (1800-1853) staan er in Goberts Guide naast treintrajecten ook allerlei interessante weetjes die de toerist begeleidden op zijn weg over het Belgische spoor. Zijn gids was specifiek geschreven voor het pas ontstane treinnet, wellicht het eerste boek in zijn soort, of toch zeker voor het Europese continent.

Het boek omvat de vier takken van het toenmalige Belgisch spoorwegnet, vanuit het centrale knooppunt Mechelen: richting Gent, richting Leuven, Luik (tot Seraing), richting Antwerpen (Borgerhout) en Brussel (Groendreef). Aandacht is er vooral voor de vereiste technische realisaties voor de ijzeren weg, zoals tunnels en hoogteverschillen en een uitgebreid verslag van zijn bezoek aan de staalindustrie van John Cockerill (1790-1840), overgenomen van de Franse literaire schrijver, criticus en politicus Désiré Nisard (1806-1888).
Auguste Gobert verwees naar de nieuwe trein met “igneus est ollis vigor” of “zij hebben de kracht van vuur”, uit Vergilius. In zijn enthousiasme dacht hij dat het spoor van de wereld één stad zou maken, een vaker voorkomende zienswijze uit die tijd; en hij wilde er als een cicerone de exacte informatie over meegeven.

Auguste Gobert en Gent

België had als gloednieuwe natie het eerste continentale treinritje tussen Brussel en Mechelen op 5 mei 1835 verwezenlijkt, en men legde in ijltempo nieuwe spoorwegen aan: 25 jaar later, tegen 1872, beschikte België al over een dicht spoorwegennet van ruim 3.000 km.
In 1837 was het Gentse Zuidstation pas geopend en het boek van Gobert bevat maar liefst 73 pagina’s over Gent op een totaal van 229. Daarin wees hij op de 850 gaslantaarnpalen gevoed met een leiding die onder de Leie lag, op het Casino in de Papegaaiwijk, de recente Aula van de Gentse universiteit, de constructiewerken van de Opera en het Justitiepaleis, en wijdde hij eveneens acht pagina’s aan het internationaal gewaardeerde Rasphuis (gevangenis). Voor Gent baseerde hij zich overigens sterk op het werk van Auguste Voisin (1800-1843, bibliofiel en hoofdbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek).
Over de specifieke situatie van het station te Gent schreef Auguste Gobert het volgende: “Geen enkele stad in België kon voor zijn ijzeren weg over een meer gelukkige, natuurlijke locatie beschikken dan de stad Gent. Uitgestrekte velden (meersen), bedekt met lijnwaadblekerijen, werden om zo te zeggen omsloten door de lange Sint Lievens(poort)straat van de ene kant, de Schelde en de Sint-Pieterswijk aan de andere. Deze velden, genaamd de Monniks (Muink)-meersen omdat ze vroeger eigendom waren van de Sint-Pietersabdij, reikten bijna tot in het centrum van de stad.”

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Auguste Gobert

  • Auguste Voisin: Guide des voyageurs dans la Ville de Gand ou notice historique sur cette ville, ses monuments et ses hommes célèbres (1826)
  • Auguste Gobert: Guide du voyageur en Belgique sur le parcours du chemin de fer de l’Etat, Société Nationale pour la propagation de bons livres (1838), ex. in UGent (BIB.ACC.003914)
  • Herbert de Vleeschouwer: Het Casino aan de Coupure gezien door tijdgenoten (1838 en 1905), in: Ghendtsche Tydinghen (2017), p. 49-56, zie op internet: https://ojs.ugent.be/GT/article/view/16784
  • Herbert de Vleeschouwer: Treintoerisme in 1838. Eerste treingids voor Belgie, Gent-Zuid als belangrijk treinstation, in: Ghendtsche Tydinghen (2020), p. 151-158