… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

ROBIDA, ALBERT

(Compiègne, 14.03.1848 - Neuilly-sur-Seine, 11.10.1926)

Franse illustrator, karikaturist, journalist en romanschrijver. In de jaren 1880 schreef en illustreerde hij een trilogie in het sciencefictiongenre. Hij gaf een levendige beschrijving van de industriestad Gent in Les vieilles villes des Flandres: Belgique et Flandre française (1906).

Albert Robida werd geboren als zoon van een timmerman. Hij studeerde om notaris te worden, maar bleek meer geïnteresseerd in karikaturen. In 1866 sloot hij zich als illustrator aan bij Journal Amusant. In 1880 richtte hij, met Georges Decaux, het tijdschrift La Caricature op, dat hij gedurende twaalf jaar uitgaf. Hij illustreerde toeristengidsen, populaire geschiedenisboeken en literaire klassiekers zoals de werken van François Villon, François Rabelais, Miguel de Cervantes, Jonathan Swift en William Shakespeare.
Zijn faam verbleekte na de Eerste Wereldoorlog.

Bij Robida's werk dringt zich de vergelijking op met dat van Jules Verne (1828-1905). In tegenstelling tot Verne legde Albert Robida de nadruk op het gebruik van uitvindingen in het dagelijkse leven: ze zijn niet zozeer speeltjes van gekke wetenschappers. Hij schetste een aantal ontwikkelingen die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, zoals de sociale emancipatie van vrouwen, massatoerisme en milieuverontreiniging. Zijn La guerre au vingtième siècle (1887) beschrijft moderne oorlogvoering met robotachtige raketten en gifgas. In zijn beschrijving van de téléphonoscope zien we een soort flatscreentelevisie, waarop men vierentwintig uur per dag het recente nieuws, toneel en cursussen kon volgen; daarnaast was het toestel ook geschikt voor teleconferenties.

Het oeuvre van Albert Robida omvat minstens zestig geschreven werken, van alle genres (avontuur, suspense, jeugd, geschiedenis, toerisme, architectuur) en een tweehonderd geïllustreerde boeken. Hij droeg bij aan tientallen persberichten en maakte ongeveer zestigduizend tekeningen.

Albert Robida en Gent

Robida beschrijft de tegenstelling van de ultramoderne stad Gent met zijn brede, bedrijvige boulevards en uitbreidende industriële voorsteden die het omringen met schoorstenen, met het toenmalige Brugge en Ieper. Hij beperkte zich niet tot waarnemingen van de architectuur of het flaneren langs de kades; alle wateren waren vervuild door stof en steenkool; men hoorde het ratelen van ketens, de stoom en het gebrom van de machines.

Hij verhaalde de geschiedenis van Gent als herhaaldelijke groei en neergang na een neergeslagen opstand, die de oude Wachter van het Belfort (de laatste van vier) allemaal had zien passeren. Ook het Belfort zelf zag hij als verminkt, met een vals Gotisch dak van 1853. Tot slot verwees hij naar het standbeeld van Jacob van Artevelde, wiens armgebaar lijkt te wijzen op het socialistische front van Ons Huis (visueel betiteld als ‘Socialistische Werkersvereenigingen’) aan de Vrijdagmarkt.

In een tweede luik rond Gent gaf Albert Robida een meer architecturale kijk op de verschillende gebouwen van de stad en de transitie van Gent in de periode 1880-1906, meer bepaald hoe het vernielde en verminkte Gravensteen uit de ompalende huizen wordt gehaald. Hij ziet die evolutie als een eb en vloed van opbouw en afbraak door de eeuwen heen, om een Vlaams Carcassonne uit de Romaanse tijd te zijn. Hij bewonderde de open blik vanaf het Duivelssteen op de opeenvolgende torens van Sint-Baafs en Belfort en hij betreurde het verwijderen van de pittoreske huisjes rond de Sint-Niklaaskerk, die voor hem het zicht niet verstoorden.

In het in aanbouw zijnde postgebouw streefde men te sterk de middeleeuwen na, vond Robida, een kwestie van smaak en maat, die niet altijd geslaagd leek. Toen hij naar het nieuwe begijnhof van Sint-Amandsberg ging, verwonderde hij zich erover hoe de middeleeuwse stad plaats maakte voor bedrijvigheid van kanalen en spoorwegen alvorens in een vredig landschap van straatjes en huizen terecht te komen. De talloze curiositeiten van Gent kon men het best tijdens willekeurige wandelingen en bij toeval ontdekken.

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Albert Robida: