De Tigris en de Euphrates vergaderen ineen, ghelijc te Ghend de Leye ende de Schelde

Joos van Ghistel (ca. 1485)

Terug naar index

STREUVELS, STIJN

(Heule, 03.10.1871 - Ingooigem, 15.08.1969)

Pseudoniem van Frank Lateur, auteur van talrijke romans en novellen, vaak over het plattelandsleven van de West-Vlaamse boeren en landarbeiders, over hun verbondenheid met, en afhankelijkheid van de natuur, conflicten tussen generaties en de onschuld van het kinderleven. De mens zelf, zwoegend en vaak lijdend, staat centraal in zijn werk.

In 1899 debuteerde hij met de novellenbundel Lenteleven. In 1904 volgden twee bundels Dorpsgeheimen. Bekende afzonderlijke novellen zijn o.m. De oogst (in Zonnetij, 1900) en Leven en dood in den ast (in Werkmenschen, 1926).
Zijn meesterwerk is zeker de roman De Vlasschaard (1907, verfilmd), een boerenroman waarin alles draait om een dramatisch generatieconflict. Andere romans van hem zijn o.m. Langs de wegen (1902), Minnehandel (1903) en De teleurgang van de Waterhoek (1927, verfilmd als Mira).
Zijn volledige werken werden uitgegeven in 1950-1954 (12 delen) en in 1970-1973 (4 delen).

Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Een aantal prestigieuze onderscheidingen werden hem toegekend: de vijfjaarlijkse staatsprijs voor Vlaamse letterkunde voor zijn werken uit de jaren 1900-1904; dezelfde prijs voor de periode 1915-1919; de driejaarlijkse staatsprijs (1924-1926) voor Werkmenschen en de Grote staatsprijs voor Vlaamse letterkunde (oeuvreprijs) in 1935. In 1962 werd hij onderscheiden met de Nederlands-Vlaamse grote prijs der Nederlandse letteren.

Stijn Streuvels en Gent

In enkele van zijn werken vertelt hij over belevenissen in, of schetst hij beelden van Gent of omgeving. Zo wijdde hij, onder de titel Hoe men schrijver wordt, in Herinneringen uit het verleden (1924) een passage aan zijn eerste kennismaking, in Gent, met de bekende Vlaamse schrijvers Emmanuel de Bom en Karel van de Woestijne. Tot zijn verwondering en zijn ontsteltenis vroeg het tweetal hem – die enkel nog maar in het zeer bescheiden tijdschrift Vlaamsch en vrij had gepubliceerd – mee te werken aan de tweede reeks van het prestigieuze literaire tijdschrift Van nu en straks. Het relaas van deze ontmoeting is iets uitgebreider opgenomen in In levende lijve (1966).

In In oorlogstijd (1915-1916; aangevulde editie in 1979) vertelt hij over zijn moeizame tocht, via het in 1914 bezette Gent, naar Amsterdam, waar zijn vrouw en zijn kinderen verbleven.

In Het uitzicht der dingen (1906; later als Het uitzicht opgenomen in Land en leven in Vlaanderen) beschrijft hij het Leie- en het Scheldelandschap in de omgeving van Gent.

[Frans Heymans]

Over Stijn Streuvels:

  • Stijn Streuvels: In levenden lijve (1966). Autobiografisch, bloemlezing uit verschillende werken van Streuvels
  • André Demedts: Stijn Streuvels: een terugblik op leven en werk (1971)
  • Streuvel’s wegen: filmscenario voor het huldeprogramma op 3 oktober 1966, in: Joos Florquin: Ten huize van.... Dl. 2 (1971), p. 273-339
  • Stijn Streuvels: In oorlogstijd: het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog (1979)
  • Hedwig Speliers: Ik ken den weg alleen (1994)
  • Piet Thomas: Streuvels en zijn biografen (2002)
  • T. Sintobin: Wie schaft er op de woorden?: vijf keer Streuvels lezen (2005)
  • Documentatiemap in de Stedelijke Openbare Bibliotheek
  • Stijn Streuvels, zie internet http://www.streuvels.be/