Uw Kapitool, helaas! eene onvoltooide kroon, / Uw Belfroot, met den draak der kruisvaart overkronkeld, / En Bavo’s tempel, als zijn kunstjuweelen schoon.

Prudens van Duyse (1859)

Terug naar index

TIBERGIEN, WILLY

(Petegem a/d Leie, 24.03 1945 - )

Oprichter van de Poëziekrant en van het Gentse Poëziecentrum, Vlaams redacteur voor Aarts letterkundige almanak, uitgever van de hedendaagse Bladen voor de poëzie en de reeks poëziebloemlezingen Dichters van nu.

Tibergien woonde eerst in De Pinte. In juni 1966 kwam hij in Gent wonen, eerst in de Montereystraat, vanaf december 1967 in de De Pintelaan en vanaf januari 1971 aan de Heerweg-Noord in Zwijnaarde. In april 1972 trok hij naar Ronse. Vanaf augustus 1974 woonde hij opnieuw in Gent, in de Stropstraat. In juli 1976 trok hij naar De Pinte. Vanaf februari 1992 tot april 1994 nam hij zijn intrek weer in Gent, in de Bijlokehof, waarna hij naar Antwerpen verhuisde.

Hij volgde onderwijs aan het Provinciaal Handels- en Taalinstituut te Gent en studeerde sociale pedagogiek in Nijmegen, Tilburg en Utrecht. Een leraar op de militaire school, waar Tibergien een officiersopleiding begon, maakte hem gevoelig voor “het schone geheim der poëzie”. In 1963 ging hij in dienst bij de uitgever van het designblad Kijk/Vision, enkele jaren later begon hij poëzie te verzamelen. In de jaren 1970 publiceerde hij zelf gedichten in tijdschriften als Yang, Nieuwe stemmen en Filter, waarvan hij ook redacteur was. Hij werd in 1977 secretaris van het comité van de Vlaamse Poëziedagen in Deurle en in 1979 mederedacteur van Aarts letterkundige almanak. Tot eind 1981 was hij als orthopedagogisch medewerker verbonden aan het Provinciaal Instituut Heinsdale in Ronse. In de periode 1981-1986 was hij literair medewerker voor het dagblad De Standaard. Sinds 1 januari 1982 is hij officieel directeur van het Poëziecentrum in Gent.
Met roerige acties en petities verweet hij de Vlaamse overheid geregeld haar onsamenhangend letterenbeleid, dat ook zijn “huis van de Nederlandstalige poëzie” nauwelijks structureel en financieel ondersteunde. Toch slaagde hij erin van het Poëziecentrum een begrip te maken in de Lage Landen. Zijn maatschappelijke ingesteldheid inspireerde hem tot een unieke aanpak om de poëzie in alle geledingen van het dagelijks leven te doen doordringen. Voor zijn “bijzondere literaire verdiensten” werd hij in 1993 vereerd met de ’s-Gravesandeprijs van de Jan Campertstichting.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Willy Tibergien:

  • Stefaan Evenepoel: Enthousiasme voor poëzie: over Willy Tibergien, in: Jan Campertprijzen 1993 (1993), p. 56-66
  • Jooris van Hulle: Advokaat van de dichtkunst, in: De Standaard der letteren (30 nov.-1 dec. 1993)
  • Stefan van den Bossche: Willy Tibergien en zijn Poëziecentrum, in: Boekengids, jrg. 72 (1994), nr.2
  • Thomas Blondeau: Heer Tibergien beslist uiteindelijk alles: de grote man achter het Gents Poëziecentrum, in: Awater, najaar 2004, p. 8-11