Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

TROLLOPE, FRANCES MILTON

(Stapleton/Bristol, 10.03.1779 - Firenze/Italië, 6.10.1863)

Britse schrijfster van populaire romans en reisjournaals, moeder van de befaamde schrijver Anthony Trollope (1815-1882). Frances Milton werd door haar vader onderricht in kunst en klassieke cultuur en publiceerde meestal onder haar ingekorte naam Mrs. Trollope.
Voor ze in 1809 trouwde met de advocaat Thomas Anthony Trollope, wiens naam ze overnam, werkte ze in Londen als huishoudster voor haar broer Henry. Ze probeerde in 1827 met haar gezin in de Verenigde Staten een nieuw leven op te bouwen in de Nashoba-commune, maar dat mislukte. Ze keerde terug naar Engeland en even later naar België, waar haar man in 1834 in Sint-Andries bij Brugge onderdook om zijn schuldeisers te ontlopen. Later vestigde ze zich in Firenze (Italië) en schreef ruim honderd populaire romans, o.a. rond sociale thema’s als slavernij en kinderarbeid, ongehuwde moeders en wantoestanden binnen de kerk.

Trollope debuteerde op 53-jarige leeftijd met een kritisch, maar ongewoon succesvol reisverslag Domestic manners of the Americans (1832), dat omwille van de aanklacht tegen de voor vrouwen denigrerende mannenmaatschappij heftige reacties uitlokte. Mark Twain noemde het echter bewonderend “zo trefzeker als een foto”.
In 1834 publiceerde ze haar al even succesrijke reisjournaal Belgium and Western Germany in 1833. Gelijkaardige titels over Parijs, Wenen en Italië volgden. Omdat grote reisprojecten haar gezin steeds meer belastten, schakelde ze over naar fictie: de satire The vicar of Wrexhill (1837) en daarna een reeks semi-autobiografische romans rond de ambitieuze weduwe Martha Barnaby.

Vijftien jaar vóór Beecher Stowes populaire Uncle Tom’s cabin verscheen, kaartte ze al de Amerikaanse slavernij aan in The life and adventures of Jonathan Whitlaw (1836). Daarna handelde Michael Armstrong over kinderarbeid en Jessie Philips over de discriminerende wetten tegenover ongehuwde moeders. Het conflict tussen mannen en vrouwen zou al haar latere romans beheersen. Trollope was in haar tijd, net omwille van die sociale problematiek, een van de bekendste Britse auteurs.

Frances Trollope, die door haar critici steevast met de koosnaam Fanny aangesproken werd, verscheen zelf als “feministe” in Edmund Whites roman Fanny (2003).

Frances Milton Trollope en Gent

Tijdens een reis met vrienden door België en Duitsland vertoefde ze in juni 1833 ook in Gent. De neerslag daarvan werd gepubliceerd in het bovengenoemde Belgium and Western Germany in 1833 (Nederlandse vertaling België en het westen van Duitschland, in het jaar 1833). Daarin beval ze reizigers aan om Vlaanderen niet als een doorgangsroute naar de Rijn te beschouwen, maar de tijd te nemen om er alle stedelijke schatten zorgvuldig te bestuderen.
Ze beschreef uitgebreid de universiteit, de Sint-Michiels- en Sint-Baafskathedraal (waarvoor zelfs de crypte van Canterbury naar haar mening fel onderdeed!), schilderijen en modes, en de voorbeeldige kunstverzameling van de Gentse zakenman, baron Schamp d’Aveschoot, in zijn barokke woning aan de Veldstraat (nrs. 45-47, waar in 1814 ook de Vrede van Gent werd gesloten).

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Frances Milton Trollope:

  • Peter Jacobs: Een tijdreis door België (2012), p. 38-39
  • Christine L. Krueger: Trollope, Frances Milton (1779–1863), in: Encyclopedia of British Writers: 19th and 20th Centuries (2003), p. 345-347
  • Johanna Johnston: The life, manners, and travels of Fanny Trollope (1978)