Terug van Gent, dood moe, schor en op. (...) Ik ben al die dagen in een roes geweest (...) Kennismakingen en ovaties zonder eind van 's morgens tot 's nachts laat.

Multatuli (1867)

Terug naar index

VAN DE WAARSENBURG, HANS

(Helmond, 21.07.1943- )

Nederlands onderwijzer, dichter en (jeugd)prozaschrijver die zich sinds 1965 onafgebroken engageerde voor een betere wereld. Hij groeide op in de Zuid(koniginne)wal in Helmond. Sinds 1966 woont hij in Maastricht, waar hij zowel politiek als cultureel actief was. In 1988 werd hij fulltime schrijver. Hij is niet enkel een veelgevraagde dichter op internationale poëziefestivals maar tegelijk organisator van dergelijke manifestaties. Voorts maakte hij radioprogramma's over literatuur en beeldende kunst.

Hij debuteerde bij het jongerentijdschrift Manifest, was redacteur van Kentering en publiceerde o.a. in de tijdschriften De Gids, Maatstaf en Tirade. Met Willem M. Roggeman stelde hij in 1973 de bloemlezing Vijftig na ’50 samen. Naast poëzie schreef hij ook proza, recensies en vanaf 1983 kinderboeken (o.a. Een blauw Belgisch konijn).
Aanvankelijk trad hij in de sporen van Bob Dylan en schreef hij sterk politiek getinte protestverzen (Met innige deelneming, 1968 en Eenenzestig-negenenzestig powezie, 1972). Later had hij meer oog voor algemeen maatschappelijke onderwerpen en mixte hij zijn kritiek op de beschaving met lyrische stemmingen. De zee en de dood werden belangrijke thema’s naast reis- en kunstindrukken. Tot na de jongste eeuwwisseling publiceerde hij ruim twintig dichtbundels; o.a. De dorst der havensteden (1990), Avond val (1993), Zuidwal (1995), Waar de wegen waren (2003) en Azul (2007).
Voor De vergrijzing werd hij bekroond met de Jan Campertprijs 1973, in 2004 ontving hij de eerste Oeuvre-Prijs van de Gemeente Helmond. Zijn werk is vertaald in het Engels, het Spaans en in Slavische talen.

Hans van de Waarsenburg en Gent

Hij schreef treffende poëzie over Gent.
In de bundel Met innige deelneming zijn twee “Gentse” gedichten opgenomen: Rekwiem voor een geslacht waarin zijn in deze stad overleden overgrootmoeder ter sprake komt – én Histories fragment II over zijn grootvader, die beschadigd door het mosterdgas uit de Eerste Wereldoorlog kwam en een tijd stuurloos in Gent bleef rondzwalpen.
In de cyclus Goddelijke knol uit de bundel Zuidwal leert diezelfde grootvader hier de kunst van het frieten bakken.
Tenslotte bevat ook de bundel Waar de wegen waren een cyclus Naar ginder, naar Gent over deze “oude man in de verte”. Het zijn zes nostalgische gedichten waarin de kleinzoon de verhalen van zijn grootvader over de oorlog en de Gentse kroegen beleeft. Daarbij komt ook “nonkel Jefke”, ijkmeester in de Gentse haven, prominent in beeld; hij wees de jongeman de weg naar het Lam Gods en de “poepgaten van het Steen der Graven”, naar Dikke Bertha en de “vriedschune Hentse” meisjes.
Van de Waarsenburgs verbondenheid met de stad werd in juni 2008 nog beklemtoond, toen het Gentse Poëziecentrum een themastand over hem opende.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Hans van de Waarsenburg:

• Peter Berger: Lyriek vol woede en stilte, in: Het Vaderland, 15.04.1972
• Fernand Auwera: Hans van de Waarsenburg, in: Engagement of escapisme? (1985), p. 135-141
• John Vervoort: Hans van de Waarsenburg: de dingen die klaarliggen, in: Poëziekrant, jg. 1993, nr. 6, p. 4-9. Interview
• Hans van de Waarsenburg: Over de geneugten van het dichterschap, in: Bzzlletin, jg. 23 (1993-1994), nr. 213, p. 12-16
• Irene Verhiel: Dichter Hans van de Waarsenburg over nieuwe bundel Zuidwal, in: De Limburger, 27-10-1995
• Documentatiemap in het Poëziecentrum
Hans van de Waarsenburg, zie internet op www.waarsenburg.com.mk