En is het niet aan het oude ras van trotse burgers, aan de verbeten, bijna religieuze arbeidslust (...), dat de stad die morele, intellectuele en fysieke kracht dankt.

Giuseppe Ungaretti (1933)

Terug naar index

Paul van Ostaijen

(Antwerpen, 22.02.1896 - Miavoye-Anthée, 18.03.1928)

Eén van de belangrijkste Vlaamse en Europese dichters van de twintigste eeuw. Zijn avant-garde werk oefende grote invloed uit op de Nederlandstalige experimentele poëzie. In zijn filmscenario De bankroet jazz luidt de Gentse klokke Roeland mee de revolutie die naar de ondergang van de Europese beschaving leidt.

Paul van Ostaijen was Antwerps stadsbeambte, boek- en kunsthandelaar en medeoprichter van het tijdschrift Avontuur (met Gaston Burssens en Ed du Perron). Wegens zijn Vlaams activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij in 1918 naar Berlijn. Na zijn kennismaking met het dadaïsme en de jazzmuziek daar, wees hij zijn vroege unanimistische lyriek af (Music-hall, 1916, herdr. 2016) en verloor hij de optimistische solidariteit waarvan zijn dichtbundel Het Sienjaal (1918) doortrokken was. De feesten van angst en pijn (postuum opgenomen in Gedichten, 1928), een in handschrift overgeleverde bundel, getuigde van zijn nihilistische ontreddering. Maar vooral Bezette stad (1921, herdr. 2021), dat Antwerpen tijdens de oorlogsjaren tekent – in vaak geïsoleerde woordbeelden en ritmische typografie – werd het onderwerp van diepgaande studies en inspiratietrajecten.
Later verliet Paul van Ostaijen dat humanitair expressionisme volledig en ontwikkelde hij zijn ‘zuivere lyriek’ in “Het eerste boek van Schmoll” – bijzonder muzikaal, associatief en sensibel; het werd postuum opgenomen in Gedichten (1928) en in het Verzameld werk (1965, herdr. 1996 en 2005), later gepubliceerd als Nagelaten gedichten (samen met Bezette stad, als tweede deel van de Verzamelde poëzie, 2017) en opgenomen in de canon Nederlandse literatuur.

Van Ostaijen schreef in zijn Berlijnse periode ook satirische en absurd groteske verhalen, kunstessays, literaire kritieken, een monoloog en een van de vroegste Vlaamse filmscenario’s; ook collages en schilderwerk behoorden tot zijn culturele nalatenschap. Paul van Ostaijen wordt met de West-Vlaming Guido Gezelle en Gentenaar Karel van de Woestijne beschouwd als het sluitstuk van drie grote dichters die de moderniteit in de Vlaamse poëzie op gang brachten.
Hij overleed aan tuberculose.

Sinds in 1967 in Antwerpen een Paul van Ostaijen-genootschap werd opgericht, verschenen talrijke studies en publicaties over zijn werk (o.m. Kroniek van Paul van Ostaijen 1896-1928, door Gerrit Borgers, 1975; Van Ostaijen tot heden, door Geert Buelens, 2001, bekroond met de Vlaamse Cultuurprijs voor Essay 2000-2002; Boem Paukeslag (2021) en Paul van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen (2023), beide door Matthijs de Ridder. Aan Van Ostaijen werden in 2021 t.g.v. de 125ste verjaring van zijn geboorte nog grote evenementen gewijd, o.m. de expo "100 jaar Bezette stad" en het project "Besmette stad" van het Vlaams-Nederlands huis deBuren, en verschenen zijn bekendste gedichten geïllustreerd door Paul Verrept als kinderboekjes (2011 en 2021).

Paul van Ostaijen en het rebelse Gent

Vooral Van Ostaijens gedichten “Marc groet ‘s morgens de dingen” en het klankgedicht “Melopee” zijn in Vlaanderen heel bekend. “Melopee” is op de beide Leiekades in het centrum van Gent (Gras- en Korenlei) te lezen als halte in de Poëzieroute [zie in het hoofdmenu onder Wandelingen].

Veel minder bekend is het filmscenario De bankroet jazz, ontstaan in 1919-1921, nadat Paul van Ostaijen in 1918 met zijn vriendin Emmeke Clément naar Berlijn was gevlucht. In dat filmscenario breekt in een arbeiderswijk in Berlijn de dadaïstische revolutie uit, gedragen door jazzmuziek. Die opstand verspreidt zich als een lopend vuurtje door heel Europa en steekt niet enkel alle rangen en standen aan, maar veroorzaakt ook een politiek-economische revolutie met ongelimiteerde schatkistbonnen waardoor heel het continent bankroet gaat.
Allerlei visuele en auditieve elementen, beginnend bij een naaimachine op een Berlijns kamertje en een zingende kanarie in een kooitje, wijzen de weg naar een dadacabaret. Strooibiljetten, Ensormaskers, stadsgeluiden, schrijfmachines, revolverschoten, brekende ruiten, homerisch gelach, elke vorm van bruïtisme (lawaai) én de “klokken dragen de jazz over de stad.”

De “jazzstorm” die het derde deel van De bankroet jazz opent, is opgewekt door het ritme van de Gentse Klokke Roeland (scène 29):
De belfried van Gent. De klok. Klokke Roeland. Kleppen. Luiden. Lui——den!
Kleppe brand en luide storm in Vlaanderland.
Jazzstorm.

Van Ostaijen citeert hier ook letterlijk uit het Vlaamse verzetslied “Klokke Roeland” van Albrecht Rodenbach [zie aldaar]: “Kleppe brand en luide storm in Vlaanderland”, Gentenaars zeker welbekend.
De muzikale storm wordt overgenomen door de klokken van Sint-Goedele in Brussel, daarna door de Sacré Coeur in Parijs. Thebaanse trompetten, scheepsirenes, feestorkesten in Europese steden en havens versterken het ritme van de klokken. De jazz overspoelt heel Europa: er breken werkstakingen uit, waardepapieren worden in brand gestoken. “Muziek, dans, plastiek, – ook zang” verkondigen ten slotte het totale bankroet van Europa.

Van Ostaijens filmscenario zit ook vol reclameslogans, citaten, satirische parafraseringen van liedjes, filmreferenties (Charlie Chaplin als minister van financiën) en zinspeelt op het Berlijnse nachtleven, waarbij hij aangaf de jazzmuziek zelfs ‘als brood’ nodig te hebben. Marc Reynebeau wees op de directe beïnvloeding van Paul van Ostaijen door de toenmalige jazzscene in Berlijn en door de expressionistische Duitse filmgrammatica die werkte met “massataferelen, snel wisselende perspectieven of de close-ups van opengesperde monden” en via de “montagetechniek” (zie ook verwijzingen in zijn debuut Music-hall en in Bezette stad).

Wat begint als een optimistische revolutie die iedereen mobiliseert, de repressie ontwapent, de staatsgrenzen opent, het materialisme en het kapitalistische systeem omvergooit, verglijdt uiteindelijk weer in de roes van het geld: de door de jazzmuziek en dans opgezweepte massa zwicht opnieuw voor gemakkelijke beloftes en bedrog door politieke machthebbers die het stuurloze volk aan zijn lot overlaten. De bankroet-jazz bezit daardoor allerlei ambivalente ingrediënten, van utopisch ideaal en pacifisme tot diep scepticisme, politieke onverantwoordelijkheid en gecorrumpeerde massademocratie. Het is duidelijk dat de toen vijfentwintigjarige Van Ostaijen zijn dromen had zien versplinteren, zowel sociaal-economisch als geestelijk. Zijn humanistische helden in De bankroet jazz (onder meer de pacifist Romain Rolland, de bekende Franse schrijvers Blaise Cendrars en Georges Duhamel, de Amerikaanse president Woodrow Wilson, de Vlaamse idealistische dichter Wies Moens en zelfs “Havelaar-de-rechtvaardige” (Multatuli) konden het tij niet keren.
Niet alleen politiek en maatschappij krijgen ervan langs, er is ook poëticale kritiek: de filmische vertelling, het strakke muzikaal en springerige ritme, de groteske en panoramische uithalen, met treffende kreten en details, herinneren meteen aan het visuele en klankrijke Bezette stad (1921). Het is ook een soort "Self-defence" die Van Ostaijen weg van alle kunststromingen van zijn tijd naar de poésie pure leidde, zoals hij die later in "Het eerste boek van Schmoll” voor ogen had.

De bankroet jazz is één van de allereerste Vlaamse filmscripts, door Van Ostaijen eerst "Der Pleitejazz" getiteld. De eerste facsimile-uitgave van het kladhandschrift verscheen in 1968 bij het Paul van Ostaijengenootschap, Antwerpen, een definitieve zelfstandige uitgave verscheen eerst in het Duits in 1996, een Franse vertaling door Jan H. Mysjkin werd in 2003 opgenomen in de Van Ostaijenbloemlezing Le dada pour cochons (zie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen).
Pas in 2009, bijna een eeuw na ontstaan, werd het scenario door Leo van Maaren en Frank Herrebout verfilmd als een dadaïstische collagefilm. Daarin hoort men in koor het begin van het Klokke Roeland-lied van Albrecht Rodenbach zingen.

[Jean-Paul den Haerynck]

Over Paul van Ostaijen:

  • Paul van Ostaijen: De jazz van het bankroet (facsimile, Van Ostaijengenootschap, 1968, inleiding door Gerrit Borgers). Vanaf de opgeschoonde tweede versie werden handschrift en gedrukte edities betiteld als De bankroet jazz.
  • Geert Buelens & Georges Wildemeersch [et al.]: Paul van Ostaijen, 1896-1928: wegwijzers naar de werkelikheid (1996)
  • Geert Buelens: Van Ostaijen tot heden: zijn invloed op de Vlaamse poëzie (2001)
  • Paul van Ostaijen: De bankroet-jazz (Utrecht: IJzer, 2009), verfilming en documentaire op dvd, met becommentarieerde facsimile-uitgave
  • Marc Reynebeau: Uitzicht op de Wilhelmstrasse, in: Paul van Ostaijen: De bankroet-jazz (ed. 2009)
  • Mathijs de Ridder: Boem! Paukeslag: op strooptocht door Paul van Ostaijens Bezette stad (2021)
  • Jean-Paul den Haerynck: “De rebellie van Klokke Roeland in het filmscenario 'De bankroet-jazz' (1921, Paul van Ostaijen)”, zie op https://www.gentleest.be/in-de-kijker/de-rebellie-van-klokke-roeland-in-het-filmscenario-de-bankroet-jazz-1921-paul-van-ostaijen