… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

VAN VAERNEWYCK, MARCUS

(Gent, 21.12.1518 - Gent, 20.02.1569)

Dichter en historicus. Hij stamde uit een patriciërsgeslacht dat vanaf de 13de eeuw tal van Gentse functionarissen “leverde”. Hijzelf zou slechts één maand school hebben gelopen, wat hij goedmaakte door zijn aangeboren schranderheid en door wat hij opstak tijdens zijn reizen, in 1550 naar Tirol, Zwitserland en Italië, in 1556 naar Nederland en Westfalen.
In Gent was hij actief betrokken bij het stedelijke en maatschappelijke leven, o.m. als schepen, kerkmeester, deken en gildehoofdman, maar ook als lid en factor (= dichter, secretaris) van de rederijkerskamer Maria ’t Eeren. Hij werd begraven in de familiekelder in de Sint-Baafskerk.
Thans is in de Sint-Jacobsnieuwstraat (bijna op de hoek van de Baaisteeg) een gedenkplaat aangebracht. Daar schreef hij zijn Spieghel der Nederlandsche audtheyt (1568), later Historie van Belgis genoemd. Op de Vrijdagmarkt nr. 47, aan De Bonte Mantel of het Keizershof, is een borstbeeld van hem aangebracht.

Louter literair stelt zijn retorische poëzie niet bijster veel voor. Verdienstelijk zijn wel zijn levendige verteltrant en zijn plastische uitbeeldingskracht. Ook als geschiedschrijver is zijn belang gering. Anders is het met zijn gedenkschriften en getuigenissen over het eigentijds gebeuren in Gent. Ondanks zijn conservatief-katholieke overtuiging wordt hij algemeen geprezen om de objectiviteit waarmee hij de verschrikkelijkste taferelen van plundering, brandstichting, moord, verkrachting en terreur beschrijft.

Zijn belangrijkste werken zijn:

Vlaemsche Audvremdigheit (in 1560 uitgegeven in Gent door Ghereraerdt van Salenson), later (in 1562 en 1563) opnieuw uitgegeven door Van Salenson als Nieu tractaet ende curte beschrijvinghe van dat edel graefscap van Vlaenderen.

Den spieghel der Nederlandtsche audtheyt (in 1568 uitgegeven in Gent door Gheeraerdt van Salenson), twee vierdelige historische rijmwerken waarvan de latere edities verschenen onder de titel Historie van Belgisch.

Alhoewel aanvankelijk niet voor publicatie bestemd, is zijn hoofdwerk Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelijk in Ghendt, 1566-1568. Dit werk bevat belangrijke gegevens over de economische en de sociale geschiedenis van de 16de eeuw. Vooral de beschrijving van de onlusten (de beeldenstorm) vanaf juni 1566 is waardevol voor de kennis van dit beroerde tijdperk in Vlaanderen en vooral in Gent. Het werk werd in hedendaags Nederlands hertaald door Herman van Nuffel (1966).

In 1961 werd een titelloos gedicht uit Historie van Belgis afzonderlijk gepubliceerd, “voor de liefhebbers van oude letteren”. Deze uitgave kreeg de titel Die edel stede van Ghendt. In ware, zo bevlogen als gekunstelde rederijkersstijl is het gedicht, 30 strofen lang, een vurige ode aan de stad. Met tal van goden uit de oudheid, met syrenen, nymfen en de plejaden, de zeven dochters van Atlas als getuigen, somt de dichter alle deugden op van zijn vaderstad, “die staet als een Carbonckel gloeyende”: haar gezonde lucht, visrijke wateren, wildrijke bossen, vruchtbare akkers, van alle goederen weelderig voorziene markten enz...

Vermelden we tenslotte nog Die warachtige gheschiedenisse van allen gheloofweerdighe saken van den alder overwinnelijcsten ende alder moghensten keyser van Roomen Carolus de vijfste van dien name (uitgegeven in Gent door Gheeraerdt van Salenson, 1561 en 1564). Hierin o.m. een levendige beschrijving van de feestelijkheden voor Keizer Karel en zijn opvolger Filips II, op 13 juli 1549.

[Frans Heymans]

Over Marcus Van Vaernewyck:

  • Philip Blommaert: De Nederduitsche schrijvers van Gent (1861), p. 63-89
  • Eugène de Seyn: Dictionnaire biographique des sciences, des lettres et des arts en Belgique (1935), p. 1108
  • Willem van Eeghem: Vaernewyck, Marcus van, in: Biographie nationale de Belgique, dl. 26 (1936-1938), p. 17
  • Herman van Nuffel: Vaernewyck, Marcus van, in: Nationaal biografisch woordenboek, dl. 8 (1979), p. 795-809