Terug van Gent, dood moe, schor en op. (...) Ik ben al die dagen in een roes geweest (...) Kennismakingen en ovaties zonder eind van 's morgens tot 's nachts laat.

Multatuli (1867)

Terug naar index

VANGANSBEKE, JULIEN

(Drongen, 05.02.1936 - )

Dichter, literaire kroniekschrijver, graficus, heemkundige en schilder. Hij publiceerde een zestal dichtbundels, waaronder Avondliederen (1982). Literair is hij vooral bekend als dichter, gangmaker en vormgever van de Yang-poëziereeks waarvan hij aan de wieg stond en hoofdredacteur was. Tevens was hij jarenlang (1966-1986) redacteur van het tijdschrift Yang.

Hoewel Yang en de Yang-poëziereeks vaak worden vereenzelvigd met het nieuw-realisme, is Julien Vangansbeke daarvan geen exponent. Zijn poëzie is uitgesproken metaforisch en sluit daardoor aan bij de zogenaamde Vijftigers. Wars van enig hermetisme gebruikt hij een eenvoudige woordenschat. Zijn gedichten putten hun kracht voornamelijk uit de associatieve beeldspraak en de vaak originele, dikwijls licht ironische en cynische invalshoek. Ze behandelen de klassieke universele thema’s van liefde, leven, aftakeling en dood. Een enkele keer waaieren de metaforen erg verschillende richtingen uit waardoor de poëzie aan kracht verliest.
Vangansbeke publiceerde talrijke gedichten in vele tijdschriften waaronder (behalve Yang) De Vlaamse Gids, Dietsche Warande & Belfort en het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Zijn ironische en soms licht provocerende kronieken verschenen in Yang en later ook in Kreatief en Gierek & NVT. Een eerste reeks daarvan werd gebundeld in Een schoen vol moed (1980).
Hij behaalde verscheidene literaire prijzen: het tijdschrift Nieuwe stemmen bekroonde in 1968 zijn bundel Het is zonderling, voor Psalmen van een blinde kreeg hij in 1970 de poëzieprijs van Heist-Duinbergen en in 1981 werd zijn bundel Avondliederen onderscheiden met de Masereel-poëzieprijs. De jongste jaren is Vangansbeke actief als schilder, dichter en schrijver van heemkundige stukken.

Julien Vangansbeke en Gent

Vangansbeke is geboren in de huidige Gentse deelgemeente Drongen waar hij thans nog woont, in de Groenewandeling (benaming tot juli 1981: Koningin Elisabethlaan).
Hij stamt uit een familie van hoofdzakelijk textielarbeiders. Door zijn zwakke gezondheid en dankzij zijn goede studieresultaten ontsnapte hij aan die textieltraditie. Na de plaatselijke lagere school volgde hij een opleiding tot grafisch tekenaar aan de Stedelijke Technische School Carels-Nicaise-De Ridder. Die opleiding speelde in zijn literaire carrière een belangrijke rol, vooral bij de vormgeving van Yang en de Yang-poëziereeks.
Hij behoort tot de echte getogen Drongenaars die nu een minderheid vormen tussen de vele inwijkelingen in de deelgemeente. Hij kent Drongen, zijn geschiedenis en zijn evolutie grondig, uit de eerste hand. Zijn ruime interesse voor wat in de eigen gemeente gebeurt, vindt zijn weerslag in talrijke uitvoerige bijdragen die hij – vanaf het begin van de jaren 1990 – publiceerde in Dronghine, het jaarboek van de Drongense heemkundige kring (cf. http://www.dronghine.be/). Daarin behandelt hij de meest uiteenlopende onderwerpen: het veelzijdig plaatselijk sportgebeuren, het verenigingsleven, de inwijkelingen, het textielverleden, authentieke hoeves, typische wijken en – eerder zeldzaam – de literatuur. Met dat alles levert hij een belangrijke bijdrage tot de plaatselijke geschiedenis van deze grote Gentse deelgemeente in al haar verscheidenheid.

[Jean-Marie Maes]

Over Julien Vangansbeke:

  • Daniël van Ryssel: Julien Vangansbeke (1989)