11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

VEREECKEN, KATHLEEN

(Gent, 14.12.1962- )

Journaliste en jeugdschrijfster die geboren werd en opgroeide in Gent. Ze volgde Latijn-Moderne Talen in het Koninklijk Atheneum aan de Voskenslaan, en nadien een lerarenopleiding Nederlands-Engels aan de Rijksnormaalschool (Ledeganckstraat).
Aanvankelijk werkte zij in verschillende bedrijven. Vanaf 1997 begon zij zich voltijds te wijden aan het schrijven van jeugdboeken en aan de journalistiek. Een tijdlang gidste zij ook stadswandelingen. Ze woont in Wondelgem samen met haar partner, Bart Vercauteren die eveneens auteur is.

Als schrijfster begon zij met verhalen voor kinderen; later volgden ook informatieve werken voor kinderen en jongeren o.a. over heksen, wetenschap en actualiteit. Haar echte debuut was de kinderdetective Het raadsel in het fluisterbos (1993). Zij haalde vooral succes met Alle kleuren grijs (1997) en Wreed schoon (2001). Haar verhaal Lara en Rebecca (2006) speelt zich af tijdens de Amerikaanse Secessieoorlog. Ik denk dat het liefde was (2009) heeft de oudste zoon van de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau als hoofdpersonage; het werd in 2010 bekroond met de Vlaamse Boekenleeuw voor het beste jeugdboek uit het voorbije jaar.

Kathleen Vereecken en Gent

Alle kleuren grijs en Wreed schoon zijn historische romans voor jongeren; beide hebben het Gent van de 19de en het begin van de 20ste eeuw als decor.
Voor Alle kleuren... vond de schrijfster inspiratie in het leven van haar overgrootmoeder, die vanaf haar zeven jaar als arbeidster in een Gentse spinnerij werkte. Het verhaal hangt een tijdsbeeld op van een arbeidersgezin in een Gents beluik eind 19de eeuw, een beeld van kinderarbeid, erbarmelijke huisvesting, honger, ziekte, analfabetisme en onwetendheid. Via de drukkerszoon Karel komt de 14-jarige Charlotte in contact met de arbeidersbeweging en de sociale strijd én durft ze te dromen van een betere toekomst.

In Wreed schoon (2001) beschrijft de auteur het leven in Gent in 1921 Ditmaal staat schrijvers’ grootmoeder model als 16-jarige textielarbeidster. Nu wordt een beeld geschetst van de verbeterde werkomstandigheden o.m. door het invoeren van de achturenwerkdag, van het algemeen stemrecht, de vrije zondagen en de fascinatie voor de stomme films met pianobegeleiding Het gebruik van typisch Gentse uitdrukkingen geeft het boek een lokale kleur.

Kleine Cecilia (1999), het verhaal van een dwergmeisje dat een “attractie” is op de kermis, is gebaseerd op ware feiten. Als zij vanaf haar twaalfde opnieuw begint te groeien, is ze waardeloos voor de kermis. Een Gents gezin ontfermt zich dan over haar.

[Myriam Verreycken]

Over Kathleen Vereecken: